'Scheermes' tegenover 'nonnetje' voor Groninger rechter
Visser matthijs van der ploeg eist vergunning voor vangst zeedelicatesse.
Het is geen dagelijkse kost in de rechtzaal. Het 'scheermes' staat vanmiddag tegenover het 'nonnetje' bij de bestuursrechter in Groningen. Nee, dat zijn geen doorgewinterde criminelen maar schelpdiersoorten. Visser/ondernemer Matthijs van der Ploeg uit Zoutkamp zou vooral dat scheermes graag willen vangen.
Groningen/Lauwerzijl - Al een paar jaar probeert de Zoutkamper schaal- en schelpdiervisser Matthijs van der Ploeg een vergunning te bemachtigen om boven de Waddeneilanden te mogen vissen op de schelpdiersoort ensis, beter bekend als 'scheermes', 'zwaardschede' of 'messenheft'. Het leek geen probleem want deze zeedelicatesse komt bij miljarden voor in de zogeheten 12-mijlszone boven de Noordzeekust. Toch vist de Groninger ondernemer achter het net. Het ministerie van landbouw, natuurbeheer en voedselkwaliteit wil weliswaar de visrechten voor de welig tierende ensis uitbreiden, maar maakt te elfder ure een koppeling met de dramatisch lage stand van de spisula ofwel de 'halfgeknotte strandschelp' of 'nonnetje'. Om deze schelpdiersoort te beschermen, geeft LNV alleen nieuwe visrechten voor de ensis af in ruil voor oude spisula-vergunningen. Dat betekent dat Prins Dingemans, Roem van Yerseke en Holland Shellfish deze maand wél een ensis-vergunning hebben gekregen, maar Van der Ploegs dochterbedrijf Gafmar Seafoods niet. En de vroegere directeur- eigenaar van garnalenhandelaar Heiploeg, eigenaar van een vloot van veertig viskotters, heeft daar ook geen zicht op. Hij heeft nou eenmaal niks om te ruilen, in tegenstelling tot zijn drie 'concullega's' die samen de helft van de 24 spisula-vergunningen hebben ingeleverd. Voor Van der Ploeg is de maat vol. Hij eist vanmiddag via de Groningse bestuursrechtbank alsnog een ensis-vergunning op. Hij pleit daarbij voor een terugkeer naar het oude systeem, met één vergunning voor alle 'overige' schelpdiersoorten, buiten mossel en kokkel. LNV heeft daartussen nu een splitsing gemaakt. Daardoor zouden de schelpdierbestanden in de Noordzee beter kunnen worden beheerd. Volgens de Zoutkamper visser schiet dat beleid echter zijn doel voorbij. Hij weet zich daarin gesteund door de producentenorganisatie (PO) Schelpdiervisserij Noordzee. Deze brancheorganisatie heeft in het Zeeuwse Middelburg een vrijwel identieke rechtzaak aangespannen waarin ze eind deze maand eveneens een terugkeer naar het oude vergunningensysteem eist. Volgens secretaris Jaap Holstein maakt het nieuwe stelsel het de vissers onmogelijk om te switchen tussen ensis en spisula als het met de ene danwel de andere soort slecht gaat. Bovendien vallen 'nieuwe' schelpdieren die noordwaarts oprukken met de opwarming van het zeewater, met name de Sint Jakobsschelp en het 'zaagje' er niet onder. Pikant is verder dat de nieuwe spisula-vergunning volgens Holstein in principe ook het recht geeft om bij voldoende aanbod ook te vissen op kokkels. Terwijl die tak van de visserij nou juist in 2005 is verboden omdat ze te veel schade aan de zeebodem en het voedselaanbod voor de vogels zou aanbrengen.
Amerikaanse verstekeling voelt zich hier thuis
Zijn Nederlandse bijnamen dankt het 'scheermes', 'zwaardschede' of 'messenheft' aan zijn langgerekte vorm. Maar zijn latijnse naam verraadt zijn herkomst: de 'ensis americanus' komt van oorsprong uit de Noord-Amerikaanse kustwateren. Als verstekeling in het ballastwater van zeeschepen is het schelpdiertje eind jaren zeventig in Europa beland, waar het zich explosief heeft vermeerderd. In krap een kwart eeuw hebben 'scheermessen' zich verspreid langs de kustwateren van Denemarken tot Frankrijk. Sinds 2004 word de zeedelicatesse ook in Nederland gevangen, door vier vissers. Samen vissen zij hooguit 0,1 procent van het bestand (gemiddeld minimaal 46 miljard stuks) op. De ensis wordt vooral in de Aziatische keuken gewaardeerd om zijn zachte vlees en milde zoet-ziltige smaak. Ook in de westerse keuken is het schelpdier, gebakken of gefrituurd in opmars.