Redding als roeping

Gepubliceerd op 4 augustus 2007RecreatieAangemaakt door Leeuwarder Courant

Ze torenen weer op hoge palen langs de duinrand: posten van de vaderlandse reddingsbrigades. Zesduizend vrijwilligers, de vlag in top, snelle rubberboot op de vloedlijn.

Vertrouwd gezicht voor bezoekers op bewaakte stranden. Afgetrainde torso's in de zon, arendsogen turend door de kijker. Als het nodig is stuiven gespierde kuiten richting branding. Desnoods worden rubberboten door de vloedlijn gesleurd. Actie.

In rustiger tijden is er ook tijd voor flesjes serum tegen kwallenbeten, voor waarschuwingen tegen muien en voor polsbandjes die verdwaalde kinderen moeten thuisbrengen.

Baywatch, lifeguard of strandwacht. Geuzennamen voor een verantwoordelijke baan, en dankzij David Hasselhoff en Pamela Anderson een sexy tijdverdrijf. Maar in ons land raken jaarlijks wel rond vijfduizend mensen ongewild te water. Zo'n vijfhonderd van hen overleven dat niet.

Waar niet veel zonaanbidders bij stilstaan, is dat het voor de meeste strandwakers hobbyisme is. Ze krijgen geen cent voor hun diensten. Maar ze malen er niet om. Redden is hun roeping. Daarom blijven ze 'hun' brigade vaak tientallen jaren trouw.

Vrijwilliger word je pas als je jezelf (meestal op eigen kosten) optimaal getraind hebt voor bewakingstaken en hulpverleningen. En als je er genoeg vakantiedagen voor over hebt. De ene gemeente legt je daarna in de watten en de andere draait je nonchalant de duimschroeven aan.

Neem Zandvoort. Daar krijgen de strandbewakers geen vergoeding. Wel hebben ze net twee nieuwe terreinwagens van de gemeente gekregen. Sponsors hebben hen voorzien van wetsuits. De trainingen worden betaald, er is subsidie voor de sportactiviteiten, de leden zijn trouw en de samenwerking met de reguliere hulporganisaties verloopt gesmeerd.

Ze draaien zelfs mee op het gesloten communicatiesysteem C2000. Dan zit je op hetzelfde niveau als politie, brandweer en ambulancedienst. Het ideaalplaatje. "We hebben 450 leden, van wie er 80 actief zijn op het strand. Op een drukke dag hebben we tussen de vijftig- en honderdduizend badgasten", zegt pr-vrijwilliger Ernst Brokmeier.

RIVIERBRIGADE

Dat het anders kan gaan, bewijst de Gelderse riviergemeente Tiel. Die liet de redders na een grote brand (de tweede) weten dat ze niet meer mochten bouwen op de plek waar hun onderkomen in vlammen opging. Iets met een bestemmingsplan.

Pas anderhalf jaar na de brand durfde de Tielse reddingsbrigade onlangs weer een reddingsboot te kopen. Een tweedehandsje, via Marktplaats. De brigade moet in de gemeente, die grenst aan de Waal, de Lek en de Maas, opnieuw beginnen. ,,Als je anderhalf jaar uit beeld bent bij evenementen op die rivieren raak je contacten kwijt'', zegt voorzitter Peter Stet.

Op de Waddeneilanden hebben de bewoners vaak geen tijd voor vrijwilligerswerk in de branding. Die hebben hun handen vol aan de horeca. Texel heeft daarom twee gastbrigades lopen om de ruim 30 kilometer lange zandmatras te bewaken: het studentencorps uit Utrecht en de 'Texelse reddingsbrigade'.

Die laatste bestaat uit toeristen die de benodigde diploma's bezitten. Ze combineren hun waddenvakantie met vrijwilligerswerk en krijgen een dagbijdrage van €30 voor de verblijfskosten. Texel heeft de strandwachten dit jaar in het nieuw gestoken.

Het eiland loopt daarmee voor op de vergevorderde plannen om over te gaan op het dragen van kleding volgens de normen van de wereldwijde organisatie 'International Life Saving': rode shorts en gele shirts.

Utrecht levert al bijna zestig jaar vrijwilligers om de stranden te bewaken. De brigade wordt jaarlijks voor de helft ververst: "Zo kunnen de ervaren krachten de nieuwe lichting opleiden", zegt president Steyn Hellebrekers.

Wat bezielt het studentencorps uit Utrecht om in de zomer tien weken op het strand te gaan zitten? Is de verleiding om geld te verdienen in de horeca niet groter? "Bij mij niet", zegt president Hellebrekers. "Je beleeft veel bij de reddingsbrigade, je doet nuttig werk en het is gewoon onwijs gezellig met 21 man in een groepsverblijf."

Samenwerking en herkenbaarheid

De reddingsbrigades, verenigd in de Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD), zorgen voor toezicht tot zo'n 200 meter uit de kust. Daarbuiten ligt het werkterrein van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, ook een organisatie die geheel op vrijwilligers draait.

Het hoofdkwartier van de KNRM zit in IJmuiden. Laat daar, op een steenworp afstand, nou ook het hoofdkantoor van de KNBRD zitten. Twee organisaties, één doel: het redden van mensenlevens uit de gulzige golven. Nog niet zo efficiënt dus. Maar de reeds bestaande samenwerking wordt geleidelijk intensiever. Dat is althans de verwachting van Paul de Winter, de kersverse voorzitter van de KNBRD.

"We hebben onlangs in Den Haag afspraken gemaakt om volgend jaar in Noord-Holland en in de regio Den Haag een proef te gaan doen met intensieve samenwerking'', aldus de oud-burgemeester van het Noord-Hollandse Bergen.

,,Een van de hoofddoelen is dat de communicatie tussen de verschillende reddingsinstanties beter wordt. Dan praat je over de Kustwacht, de KNRM, onze KNBRD, maar ook over GGD, politie en brandweer. Die moeten snel gemobiliseerd kunnen worden. Dat houdt onder meer in dat de reddingsdiensten op het water ook gebruik gaan maken van C2000, het digitale communicatiesysteem van de hulpdiensten aan land."

Er wordt ook gewerkt aan afspraken die de herkenbaarheid van de reddingsbrigades moeten vergroten. De Winter: "Dan moet je denken aan dezelfde kleding, dezelfde vlaggen en dezelfde afspraken. Zodat straks in iedere wagen hetzelfde apparaat op dezelfde plaats ligt. Dat maakt onderlinge vervanging en aanvulling eenvoudiger."

De Winter wil er naartoe dat watergemeenten die kampen met onderbezetting van de reddingsbrigade, snel hulp kunnen inroepen van collega's in het land. "Er zijn veel brigades in gemeenten die niet in toeristische gebieden liggen. Hun leden hebben ook hun diploma's en vaardigheden. Daar zou je een pool van kunnen maken."

"De financiën? Als een gemeente zijn badgasten wil verzekeren van veilige stranden, moet die daar ook geld voor over hebben. Zodat ze kan zeggen: 'U kunt ervan op aan dat dit strand goed bewaakt wordt'."