Raadsels rond oud wrak op Terschelling

Gepubliceerd op 29 maart 2007Onderzoek en Monitoring, OverigAangemaakt door Leeuwarder Courant (Rensje Gorter)

OOSTEREND - Strandjutters hebben op de oostpunt van Terschelling de restanten van een eeuwenoud schip ontdekt.

Het wrak bij paal 26, dat al tijden onder het zand moet hebben gelegen, spoelde gedeeltelijk bloot tijdens de zware storm van twee weken geleden.
Voor de kust van Terschelling zijn in het verleden talloze schepen vergaan. Door kustafslag verdwijnen de laatste jaren grote hoeveelheden zand. De jutters tipten conservator Gerald de Weerdt van Museum 't Behouden Huys, die gisteren poolshoogte nam.

,,Als ik een fragment van een scheepswrak inspecteer kan ik me er meestal redelijk snel een bepaald scheepstype bij voorstellen, maar wat ik hier zie vormt één groot raadsel'', zegt de Weerdt. Het hout dat boven het zand uitsteekt lijkt erg veel op een zwaar gevormde achtersteven.

De balk laat op regelmatige afstanden inkepingen zien, waarin spanten of huidplanken kunnen hebben gezeten. ,,Als die uitsparingen net andersom waren, zou ik het kunnen begrijpen. Maar dit oogt heel onlogisch. Deze bouwwijze is mij onbekend.''


De restanten van dit Terschellinger wrak bestaan uitsluitend uit grenenhout. ,,Daaruit zou je de conclusie kunnen trekken dat het om een Scandinavisch schip gaat. En geen kleintje ook! Als je de dikte van de stevenbalk ziet kun je ongeveer de lengte uitrekenen. Door de eeuwen heen is door scheepsbouwers als vuistregel gehanteerd dat voor iedere 10 voet (ruim 3 meter) op de scheepslengte 1 duim (2,54 cm) dikte voor de steven werd gerekend. Ik schat dit schip op zo'n 35 meter en gebouwd in de 17e of 18e eeuw.''

De Weerdt is vooral benieuwd om wat voor type schip het gaat en in welk deel van Europa het is gebouwd. Hij heeft het wrak zo goed mogelijk opgemeten en gefotografeerd. Dit materiaal wil hij voorleggen aan de scheepsarcheoloog Tijs Maarleveld, hoogleraar aan de universiteit in Esbjerg.

Het is niet de bedoeling dat het scheepsdeel wordt geborgen. ,,Verder graven zou veel tijd en geld kosten en dat hebben we niet. Het zou mooi zijn als de nieuwsgierigheid bevredigd kan worden. Dat draagt weer bij aan onze kennis over historische schepen.''