Groningen en Friesland zwaaien Wadlopers uit

Gepubliceerd op 9 juli 2007Recreatie, Verkeer en VervoerAangemaakt door Dagblad van het Noorden (Jon van Schilt)

Perron 2a in Groningen is niet langer de thuishaven van de Wadlopers, de dieseltreinen die meer dan 25 jaar het Groninger en Friese landschap doorkruisten.

Velen gingen met de boemels naar hun werk, naar huis, een visje eten in Delfzijl, deden een dagje Stad of gingen ermee naar de boot voor een bezoek aan een van de waddeneilanden.


Groningen/Delfzijl - Vervoersbedrijf Arriva haalde de laatste Wadlopers gisteravond uit de dienst. De hoekige, gele treinen, die voordat ze tot Wadloper werden gedoopt gekscherend 'SRV- wagen' werden genoemd, zijn nu allemaal vervangen door de veel modernere en vlotter ogende rood-witte Spurt-treinen. Voor Paul van Ginkel (61) uit Groningen is het een afscheid met een lach en een traan. De secretaris van de noordelijke afdeling van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden voor het Spoor- en Tramwezen (NVBS) zegt het niet met zoveel woorden (hij is liefhebber in hart en nieren) maar het komt erop neer dat de Wadloper als passagierstrein niet zo heel veel voorstelt. De sobere treinen komen uit de tijd van de onrendabele spoorlijnen. De (toen nog) NS stond voor de keus: lijnen opheffen of bezuinigen. Er werd gekozen voor eenvoudige en dus zeer betaalbare treinstellen. En om het nog goedkoper te maken, moest de machinist tot woede van de vakbonden ook de kaartjes verkopen. Hij kreeg een loket achter zich en hoefde zich alleen om te draaien om reizigers van een plaatsbewijs te voorzien. "Pas toen de spoorwegen werden geprivatiseerd kwam er een conducteur op de Wadlopers." Van Ginkel reisde vaak met de Wadlopers. En dat was niet altijd een onverdeeld succes. "Bij de NS stonden de banken nog tegenover elkaar. Later heeft Arriva de banken achter elkaar gezet. Konden er meer banken en dus mensen in een treinstel. Ik ben vrij lang en kwam dan met m'n knieën in de knel." Maar het interieur is voor hem van ondergeschikt belang. Van Ginkel kijkt liever naar de techniek. "Wat de Wadloper zo bijzonder maakt is de hydraulische overbrenging. Naarmate het motorvermogen toeneemt, hoor je een ander geluid en voel je een klein schokje." Zijn ogen glunderen. De lach zit 'm voor Van Ginkel in het feit dat er eens iets anders op de rails komt dan het oude, vertrouwde NS-geel. "Ik houd van zoveel mogelijk verschillend materieel en dus ook van verschillende kleuren." Sinds de privatisering van de spoorwegen komt Van Ginkel wat dat betreft steeds meer aan zijn trekken. De Wadlopers zijn nog steeds eigendom van de NS en werden door Arriva gehuurd. De treinstellen worden elders in Nederland ingezet. De nieuwe Spurt-treinen van Arriva zijn rood-wit van kleur en hebben allemaal een eigen naam. "Heel mooi, maar de stoelen zijn een minpuntje, want die zijn wel erg hard."
Het is als verliefdheid
De liefde voor treinen werd Paul van Ginkel onbewust met de paplepel ingegoten. "Mijn ouders wandelden altijd langs de spoorbaan en ik zat dan in de kinderwagen. Voor hun was het gewoon een mooie route, maar ik heb er kennelijk iets meer van meegekregen. Door de jaren heen heb ik veel dingen gedaan en veel liefhebberijen gehad, maar de treinen zijn altijd gebleven." Wat de treinen voor hem zo mooi maakt, kan hij moeilijk zeggen: "Het is als verliefdheid. Ook niet of nauwelijks onder woorden te brengen."