'Gevolgen mosselzaadvisserij zijn onvoldoende bekend'

Het visserijministerie neemt onvoldoende zijn verantwoordelijkheid door keer op keer vergunningen te verlenen voor het opvissen van het mosselzaad. Vogelbescherming Nederland en de Waddenvereniging komen tot deze conclusie op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Er bestaat een leemte in kennis over de effecten van bodemberoering door de visserij, constateren de onderzoekers onder aanvoering van waddenwetenschapper Bruno Ens. De conclusie dat mosselvisserij geen bijdrage heeft geleverd aan de achteruitgang van eidereenden is voorbarig. De kennis over soorten als toppereend, brilduiker en middelste zaagbek is te gering om te constateren dat de visserij geen effect heeft op deze watervogels.

Deze conclusies van de onderzoekers maken volgens de Waddenvereniging duidelijk dat het ministerie minder gemakkelijk de mosselvissers hun gang moet laten gaan. Er loopt nog een procedure voor de Raad van State over de vergunning van vorig jaar. Om het ministerie en de schelpdierenbranche gelegenheid te geven op het onderzoeksrapport te reageren, wordt de eerste ronde van deze beroepszaak schriftelijk afgehandeld. Over twee maanden wordt de procedure mondeling voortgezet.