Engels oesterschip terug naar Terschelling

Gepubliceerd op 4 september 2007Overig, Voorlichting en educatieAangemaakt door Leeuwarder Courant (Renske Gorter)

Meer dan dertig jaar oogstten oestervissers uit de Theemsmonding in de voortuin van Terschelling. De eilanders wisten van niets. Morgen krijgt de bijzondere vorm van schaaldiervisserij plotseling een eigen gezicht, wanneer het oesterschip de 'Pioneer' een eeuw na dato de haven van Terschelling binnenzeilt.

TERSCHELLING - Engeland 1870. De dagelijkse vraag naar oesters als volksvoedsel is groot, maar de banken in de omgeving van Essex zijn leeggevist. De vloot zoekt het verderop en ontdekt bij toeval dat aan de andere kant van de Noordzee een ondiepte ligt, bedekt met een overvloedige lading oesters en kokkels. De plaats: Terschellingerbank.

De Hollandse lager wal stelt echter veel zwaardere eisen aan de relatief kleine vissersboten dan de beschutte Eastcoast. Daarom worden in snel tempo grotere schepen gebouwd en bestaande verlengd. Het nieuwe type wordt ook wel Skillinger genoemd; naar het eiland dat de Britse vissers zo'n rijke buit brengt.

Niet zelden zetten de schepen na een twaalfdaagse trip meer dan 10.000 levende oesters aan wal. Het is een hard en ruig bestaan. Zeker twee schepen vergaan boven het eiland; de 'Delight' in 1883 en de 'Swift' in 1894. Een van de Skillingers die regelmatig vlak achter de kim van Terschelling vist, is de zogenoemde deep sea Essex smack 'Pioneer', in 1864 in Rowhedge gebouwd op de werf van Peter Harris en geregistreerd als CK 18. Het schip maakte deel uit van een vloot van 130 van dergelijke vissersboten. Later wordt ze met acht meter verlengd tot 23 meter.

In de Tweede Wereldoorlog zinkt het schip na een lang werkzaam leven en zakt langzaam weg in de modder van de rivier Mersey. In 1998 wordt het wrak gelicht met het doel het te restaureren. Amper vijf jaar later is de 'Pioneer' weer een hecht en sterk schip en zeilt het als vanouds langs de Britse oostkust. Niet om opnieuw oesters op te dreggen, maar om toeristen te vermaken.

Stuwende kracht achter het 'Pioneer'- project is Rupert Marks. Uit de scheepsbouwwereld kent hij conservator Gerald de Weerdt, van museum 't Behouden Huys op Terschelling. ,,Marks is al eens op Terschelling geweest en belde mij dat hij nu met de 'Pioneer' naar de voormalige visgronden wil komen'', vertelt De Weerdt. ,,Wat deze schepen vroeger waarschijnlijk zelden of nooit hebben gedaan, staat nu wel op het programma: een bezoek aan de haven van West-Terschelling.''

De Engelsen grijpen het Terschellinger reddingbootweekend op 7 en 8 september aan om de oversteek te maken. Vandaag worden in de thuishaven Brightlingsea, ten noorden van de Theems, de trossen losgegooid. Als het weer het toelaat, willen ze donderdag boven de Terschellinger Gronden de oesternetten nog eens overboord zetten.

De Weerdt vindt dat de 'Pioneer', als representant van alle visserschepen die in het verleden - samen met de loodsboten - zeelieden hebben gered, goed past tussen de vloot van oude reddingboten. Het schip is zaterdag voor het publiek te bezichtigen en vaart mee in de vlootschouw.