Duurzame wadvisserij ontbeert toekomstvisie

Dit staat in een advies van de Raad voor de Wadden. Het ministerie van landbouw en natuur had advies gevraagd hoe de visserij in 2020 duurzaam kan zijn. Deze bedrijvigheid mag dan het natuurlijk evenwicht niet meer aantasten. Hoe groot de ruimte is voor visserij, is nog onbekend, zegt Roel Cazemier, voorzitter van de raad. Het is daarom niet te zeggen of de sector op termijn moet krimpen. Het ontbreekt nu aan een planmatige aanpak, zegt de raad. Het beleid bestaat vooral nog uit reacties op incidentele problemen. De raad adviseert de minister het initiatief te nemen tot visieontwikkeling. Belangrijk is volgens de raad een kleinschalige visserijsector die zichtbaar is in het waddengebied en de identiteit ervan mede bepaalt. Dit trekt ook toeleverende en verwerkende bedrijven. Veel bedrijvigheid is de afgelopen decennia verdwenen. De rijksoverheid moet eindverantwoordelijk blijven, maar tegelijk veel taken op het bordje leggen van de regionale overheden. Dat brengt bestuur en branche dichter bij elkaar. Een nieuw regionaal beheerorgaan moet de vergunningafgifte regelen. Het huidige systeem is te ingewikkeld en vooral gericht op gespecialiseerde bedrijven. De raad wil juist vissers die kleinschalig op meerdere soorten vissen. Zij moeten hun vangstrechten van het nieuwe orgaan krijgen. Voor garnalenvisserij zijn momenteel 88 vergunningen uitgegeven, voor mossels 94, voor handmatige kokkelvisserij 31, voor vissen op paling, spiering en wolhandkrab met vaste fuiken 14, voor vissen op harder, zeebaars en tong met staande netten 14 en voor vissen op harder en zeebaars met zegen 13. Daarnaast hebben twintig vissers nog een vergunning voor gebruik van vaste vistuigen als de schietfuik, ankerkuil en hoekwant. Zo’n 134 vissers mogen een sleepnet gebruiken.