Daling stand kiekendieven op eilanden blijft mysterie

Gepubliceerd op 5 maart 2007Natuur en Landschap, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Leeuwarder Courant (Halbe Hettema)

MEPPEL - Alarmerend zijn de signalen over de achteruitgang van de blauwe kiekendief al lang.

Deze roofvogel zit alleen nog maar op de waddeneilanden en het zijn er zo weinig dat elk exemplaar eenvoudig te volgen is. Het is interessante kost voor onderzoekers, maar die weten na drie jaar studie niet wat er nou eigenlijk mis is.
Zaterdag, op de landelijke roofvogeldag in Meppel, presenteerden Peter de Boer, Olaf Klaassen en Lieuwe Dijksen van Sovon Vogelonderzoek hun bevindingen. Met als opmerkelijke vaststelling dat de blauwe kiekendieven genoeg jongen groot brengen om de stand jaarlijks met 5 procent omhoog te krijgen. Maar toch gaat de afname onverminderd voort.

Op Texel gaat het nog wel aardig. Met jaarlijks een stuk of twintig nesten blijft de populatie stabiel. Ook op Schiermonnikoog zit de klad er niet echt in, maar op de rest van de eilanden is de ontwikkeling om te huilen. Het gaat razendsnel met de achteruitgang. In 2004 telden de onderzoekers op de vijf eilanden 58 territoria, vorig jaar waren er nog 43 over.

Van zulke beperkte aantallen wordt het wel mooi overzichtelijk in het leefgebied van de vogels. Zo is nauwkeurig waargenomen dat Texel vorig jaar nog achttien territoria van de blauwe kiekendief telde, Vlieland één, Terschelling dertien, Ameland zes en Schiermonnikoog vijf. Wat er uitvloog aan jongen bleef steken op respectievelijk elf, één, twee, één en drie.

Met achttien jongen in totaal noemen de onderzoekers de reproductie toch positief. Dat de stand desondanks afneemt, kan twee dingen betekenen: het leven van deze vogels duurt te kort om zelf voor genoeg nageslacht te zorgen of ze nemen de wijk naar elders. Naar Duitse waddeneilanden, zoals bijvoorbeeld wordt gesuggereerd.

Misschien is de recreatiedruk op de Nederlandse eilanden te groot voor de rustminnende roofvogels en is dat een oorzaak van de achteruitgang. Dat natuurbeheerders grote grazers de duinen laten kaalvreten, is zeker niet in het voordeel van de blauwe kiekendief, zo wijst de studie uit.

Of het ligt gewoon aan het voedselaanbod? De kiekendieven zijn niet kieskeurig. Ze vreten konijnen, fazanten, muizen, zangvogels en van alles aan ander levend spul. Het maakt niet uit, als er maar genoeg is. Zo'n mogelijk tekort aan prooidieren, daar wil Sovon nog wel eens vervolgonderzoek naar doen.