Hoe het water te keren?

Gepubliceerd op 18 november 2006VeiligheidAangemaakt door Dagbald van het Noorden

Het plan om nieuwe eilanden ten noorden van de huidige waddeneilanden op te spuiten, vorige week door Hans Alders gelanceerd op een symposium in Den Haag, kwam niet uit de lucht vallen.

De Groninger commissaris van de koningin baseerde zich op een recente studie naar een nieuwe inrichting van de drie noordelijke provincies, met veel water achter de dijken. De klimaatverandering is de motor achter dit nieuwe denken. Wilde fantasieën of weidse vergezichten?

Het broeikasgas CO2 brengt veel teweeg. De poolkappen smelten, waardoor de zeespiegel stijgt. Tegelijk krijgen we meer en heftiger regenval, water dat ons ook natte voeten of erger kan bezorgen. Wat het water betreft moet Nederland zich dus wapenen tegen frontale aanvallen en aanvallen in de rug. Op zich niks nieuws, want de Nederlandse delta is groot geworden door de zee te weren en moest ook zijn rivierwater altijd al indammen en afvoeren. Maar nu wordt het vermoedelijk veel heftiger. Tegelijk moet het probleem bij de wortel worden aangepakt: dat is het terugdringen van het gebruik van de fossiele brandstoffen, olie, kolen en gas, die de CO2 produceren. We zullen er de komende tientallen jaren nog niet zonder kunnen, maar er moet wel hard worden gewerkt aan alternatieven. De noordelijke plannenmakers hebben voor hun eigen gebied een antwoord bedacht op deze uitdagingen. Ze hebben zich niets aangetrokken van de bestaande provinciale omgevings- en bestemmingsplannen. Hun ideeën vormen slechts een richting van denken. Met als uitgangspunt dat bedreigingen moeten worden omgezet in kansen. Volgens dit plan zorgt het Noorden over dertig jaar helemaal voor zijn eigen energiebehoefte. De CO2-uitstoot is dan met zeventig procent teruggedrongen en tachtig procent van onze energie komt uit alternatieve bronnen als wind, zon, aardwarmte, biobrandstoffen en getijdencentrales. De scenario's gaan uit van een zeespiegelstijging van een meter eind deze eeuw. Maar er zijn ook geleerden die een stijging van tien meter voorspellen. Een meter kunnen onze zeedijken wel aan, maar niet als het ook nog harder gaat stormen. Uitgangspunt is dan dat het water niet meer altijd gekeerd kan worden. Laat maar binnen, maar dan zo, dat het geen schade aanricht. En pas daar je woonmilieu op aan. Dat kan betekenen dat de wierde in ere wordt hersteld en er zelfs nieuwe wierden worden opgeworpen. Ook dat oude zeedijken - de slaperdijken - worden opgehoogd. Samen met de zeewering vormen ze waterbakken waar het zeewater dat over de dijk naar binnenspoelt, zich kan neerleggen. Na de storm wordt het weer weggepompt. Delfzijl en omgeving zijn onderworpen aan een vingeroefening die de Eemsdelta heeft omgetoverd in een eilandenrijk. De kust tussen de havenplaats en de Eemshaven wordt landinwaarts teruggelegd. Er ontstaat een bekken waarin Spijk en Bierum eilanden zijn geworden. Ook liggen er nieuwe wooneilanden. Ze zijn verbonden door een boulevard die van industrieterrein Oosterhorn tot de Eemshaven loopt en de eerste zeewering vormt. Als die de stormvloed niet aankan wordt het zeewater geleid naar de landinwaartse blauwe gedeelten op de kaart. De dorpen daar liggen permanent in een zoutwater-milieu. Dat geldt niet voor de streek tussen het Eemskanaal en het Damsterdiep ten westen van Appingedam. Daar is een zoetwatermilieu geprojecteerd waar regenwater wordt opgevangen dat bij stormvloed niet op zee geloosd kan worden. Groningen en Drenthe werken al hard aan de bouw van wateropvangbekkens, maar volgens de plannenmakers is dat nog lang niet genoeg. We behandelen de energie wat stiefmoederlijk in dit krantenverhaal dat hoofdzakelijk over water gaat, maar in de studie staat de energie centraal. 'De Po(o)rt van Noord' neemt wat dat betreft een bijzondere plaats in. In de Eemshaven staat een veilige energiecentrale die op fossiele brandstoffen en biobrandstof draait. CO2 wordt opgeslagen in lege gasvelden. Restwarmte van de industrie wordt benut als warmtebron. Verder draaien de windmolens er volop en wordt aardwarmte gewonnen uit oude (gas)boorputten. Op het kaartje ligt een 'thermo-terp', een eilandje ten oosten van Leermens, waar dat gebeurt op een oude gaswinningslocatie. Het Lauwersmeer wordt een getijdenlandschap. De zee mag er binnen stromen door sluizen en gemalen. Een getijdencentrale in de dam wekt stroom op. Er komt bewoning op nieuwe eilanden. Zo wordt het hele Noorden op visionaire wijze door- en omgeploegd. Nog een voorbeeld: Het Drents plateau, de Hunzelaagte en de Veenkoloniën. Tussen Assen en Roden liggen nieuwe stroken woningen geprojecteerd aan de rand van de beekdalen (lichtgroen op de kaart), die ook overtollig water moeten bufferen. De woningen worden gestookt op hakhout van de houtsingels, energieplantages leveren de grondstof voor biobrandstofcentrales. Ook de Hunzelaagte aan de flank van de Hondsrug heeft een belangrijke wateropvangfunctie. Daar wordt nu overigens al hard aan gewerkt door de gekanaliseerde stroom opnieuw te laten meanderen. Vanaf de Hondsrug steken landgoederen de Hunzelaagte in. Ook daar: wonen in het water. Dat kan op eilandjes of in drijvende huizen. De Veenkoloniën worden als ideaal gezien voor de teelt van biobrandstof en windmolens. De plannen doen denken aan soortgelijke plannen voor het jaar 2050 die ooit bedacht zijn door de Stichting Innovatie Veenkoloniën. Ook daar een totale breuk met het bestaande beleid, met veel water en natuur. Wilde plannen, net als deze, hoewel deze volgens de bedenkers beter zijn onderbouwd. Natuurlijk is er nog veel niet uitgewerkt. Bijvoorbeeld: moeten er huizen en dorpen worden gesloopt. Op dat niveau is er nog niet naar gekeken. Laat staan dat de kosten een punt van overweging zijn geweest. Zo lijken de huidige minder vergaande plannen voor een zoet-zout- milieu in het Lauwersmeer op dit moment al onhaalbaar omdat rijk noch provincies er de honderden miljoenen voor op tafel willen leggen. Nog even terug naar de nieuwe waddeneilanden van Hans Alders. Ze zouden er moeten komen om de woeste landwaartse zee te kalmeren. Maar ze zijn er ook om de Waddenzee te redden. Ze voorkomen dat woeste golven de zandplaten al te ongenadig wegslaan. Tevens moeten ze de stroming zo geleiden dat er genoeg zand de Waddenzee instroomt om de zandplaten aan te vullen. Zo moeten de nieuwe eilanden ook de zeehonden redden. Met dank aan dr. Klaas Jan Noorman van KNN Milieu (Groningen) en ir. Rob Roggema (provincie Groningen).

Energie(k) Noord-Nederland

De plannen staan in de rapporten 'Energie(k) Noord-Nederland' en 'Pallet of Possibilities'. Ze vormen de Noord-Nederlandse uitwerking van het Grounds for Change programma, de Nederlandse bijdrage aan een programma van de Internationale Gas Unie (IGU). Aan het plan werkten mee de IGU, de Gasunie, de provincies Groningen, Drenthe en Friesland, de gemeenten Emmen, Assen, Groningen, Leeuwarden, de Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Delft, Gasunie, NAM, het Energy Delta Institute en een aantal particuliere bureaus.