Waddenprovincies kritisch tegenover Derde Nota Waddenzee

Gepubliceerd op 20 januari 2006Overheid, WetgevingAangemaakt door Stuurgroep Waddenprovincies

De drie Waddenprovincies Noord-Holland, Groningen en Fryslân laten in een brief aan de Minister van VROM weten zich kritisch op te stellen ten opzichte van de pkb (planologische kernbeslissing) "Derde Nota Waddenzee". Ze onderschrijven de offensieve strategie van het Kabinet, maar wijzen de concrete beleidsbeslissingen die in de pkb zijn opgenomen, af. De drie provincies willen meer ruimte voor ontwikkeling en uitvoering van beleid in het Waddengebied. Ze vinden dat het Rijk zich in de pkb zou moeten beperken tot het Waddenzeegebied en niet ‘over de dijk moet kruipen’.

Punten van kritiek op de pkb zijn:

Bouwen in en rond het Wad
De pkb verbiedt de aanleg van nieuwe havens en bedrijventerreinen in of direct grenzend aan de Waddenzee, evenals uitbreiding van bestaande havens en bedrijventerreinen. De Waddenprovincies vinden dit vanuit sociaal-economisch perspectief onacceptabel en zijn van mening dat het Rijk op dit punt een bredere afweging had moeten maken.
Naast Den Helder, Eemshaven, en Delfzijl zouden ook Den Oever en Harlingen in aanmerking moeten komen voor de uitzondering op de hoogtebeperking van bebouwing. De uitzondering moet niet alleen voor havengerelateerde bebouwing, maar ook voor stedelijke bebouwing gelden.

Duisternis
De Stuurgroep vindt dat niet het Rijk, maar de regio verantwoordelijk is voor de landschappelijke kwaliteit in het kustgebied, zoals het voorkomen of beperken van grootschalige lichthinder door bijvoorbeeld kassencomplexen.

Vaarrecreatie
De Stuurgroep wil voor de vaarrecreatie een brede benadering. Daarin moeten veilige en voldoende ligplaatsen, goed beheer van en toezicht in het gebied, tijdige signalering van de bezettingsgraden van havens en goede voorlichting samen zorgen voor de inpasbaarheid van de vaarrecreatie. Dit is effectiever dan de kwantitatieve benadering van 4400 ligplaatsen in de pkb.

Militaire activiteiten
Militaire activiteiten en de bijzondere natuurwaarden van het waddengebied gaan slecht samen vind de Stuurgroep. De pkb laat ruimte voor uitbreiding of intensivering van militaire activiteiten in de Waddenzee, terwijl niet alle effecten op de natuur bekend zijn. De Stuurgroep Waddenprovincies wil dan ook dat er heldere afspraken en procedures komen rondom vergunningverlening voor defensieactiviteiten in het kader van de Natuurbeschermingswet.

Fryslân
Voor de provincie Fryslân zijn naast de bovengenoemde punten een aantal opmerkingen van belang.
De PKB verwoordt de waarborging van de veiligheid van bewoners en gebruikers van het waddengebied. Voor wat betreft de specifiek Friese situatie wijst het College van GS erop dat de ligging van de primaire waterkering op de Friese eilanden nog ter discussie staat. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft het advies van de commissie Poelmann overgenomen en dit biedt de mogelijkheid om maatwerk te leveren bij het bepalen van de ligging van de waterkeringen.
GS benadrukken ook de positie van Harlingen. De uitzondering op de hoogtebeperking voor Den Helder, Eemshaven en Delfzijl moet ook gelden voor Harlingen. Het gaat daarbij niet alleen over havengerelateerde, maar ook over stedelijke bebouwing.
Met het oog op de veiligheid en de gezondheid van bewoners van de waddeneilanden is het essentieel dat de vestiging van het Search and Rescue-squadron in Leeuwarden blijft.
GS vinden het positief dat verdieping van hoofdvaargeulen incidenteel mogelijk is, en de Stuurgroep wijst op de al met de minister van Verkeer en Waterstaat gemaakte afspraken over de verdieping van de vaargeul Harlingen- Amsterdam (de Boontjes).
Het vormen van gedachten over nieuwe locaties voor zoet-zoutovergangen moet in nauwe samenhang met provincies en andere betrokkenen plaatsvinden en aansluiten op lopende studies en keuzes op het gebied van afwatering. De belangen op het gebied van veiligheid, agrarische activiteiten, waterbeheersing binnendijks en drinkwaterwinning moeten daarbij nadrukkelijk worden betrokken.
Oostmahorn is in de ogen van de colleges net als Zoutkamp, geen waddenhaven. Dit in tegenstelling tot wat in de pkb staat. Het ligt verder weg van de Waddenzee en de schepen daar maken nauwelijks gebruik van het vaargebied van de Wadden.

Groningen
Voor wat betreft de specifieke Groningse situatie zijn de onderstaande punten van belang.
Vaargeulen bij de Eemshaven
Het Eemshavengebied is een aantrekkelijke vestigingsplaats voor energiegerelateerde bedrijven. Veel van de bedrijven maken gebruik van moderne schepen met een grote diepgang. Daarvoor is een verdieping van de vaargeulen noodzakelijk naar minimaal 15,5 meter onder NAP. Dat is in de voorliggende pkb niet mogelijk.
Glastuinbouw in Eemsmond
Uit het pas verschenen MER over grootschalige glastuinbouw bij de Eemshaven blijkt dat lichtvervuiling ruim binnen de wettelijke normen kan blijven. De initiatiefnemers van het project over afscherming van kassen, gemeente Eemsmond en de Provincie Groningen, zien de resultaten van samenwerking tussen de tuinbouwsector en de Stichting Natuur en Milieu bovendien graag tegemoet. De provincie wil en kan deze beschermende maatregelen prima zelf handhaven.
Vaarrecreatie op Lauwersoog
Het beperken van het aantal ligplaatsen in de jachthavens rond het Wad tot 4400, kan de ontwikkelingsplannen voor de haven op Lauwersoog dwarsbomen. De pkb kan volgens het Groninger College al helemaal geen beperking opleggen aan het aantal ligplaatsen van de jachthavens van Oostmahorn en Zoutkamp, omdat deze geen Waddenhavens zijn.

Noord-Holland
Voor wat betreft de specifieke Noord-Hollandse situatie is het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland voorstander van concentratie van marine activiteiten in Den Helder. Het college constateert dat dit binnen de PKB mogelijk blijft. Een belangrijke zaak voor de provincie, omdat de defensie-activiteiten van vitaal belang zijn voor de werkgelegenheid in de Kop van Noord-Holland. Een onderwerp waar gedeputeerde Hans Schipper zich sterk voor maakt. Vanuit dit oogpunt wordt ook gepleit voor ontwikkelingsmogelijkheden voor de havens en behoud van de offshore industrie voor de regio.
Het Kabinetsvoornemen een Waddenfonds op te richten, kan rekenen op steun vanuit Noord-Holland. De provincie gaat er hierbij van uit dat dit in gezamenlijkheid tussen rijk en regio tot uitvoering wordt gebracht. Gedeputeerde Patrick Poelmann, verantwoordelijk voor de Waddenzee: “Met het Waddenfonds heeft de Waddenzee weer perspectief. Op die manier blijft het niet alleen bij plannen, maar kunnen we ook daadwerkelijk wat doen.”

De pkb
In de pkb Derde Nota Waddenzee beschrijft het Rijk het beleid voor de Waddenzee voor onder meer natuurbescherming, ruimtelijke ordening, milieu en water voor de komende tien jaar. De inspraakprocedure van het derde concept nota duurt van 12 januari tot en met 22 februari 2006.