Waddenacademie loopt uit op klucht
HENK FOLMER Raad voor de Wadden, hoogleraar economie Wageningen THEUNIS PIERSMA hoogleraar dierecologie Rijksuniversiteit Groningen, onderzoeker Nederland Instituut voor Onderzoek der Zee
De plannen voor een Waddenacademie zijn teleurstellend.
Volgens het kabinet is een goede kennishuishouding van groot belang voor zowel de natuur als de sociaal-economische ontwikkeling van het Waddengebied. Immers, voor het opstellen en uitvoeren van consistent en integraal beleid is grondige kennis onontbeerlijk.
In de toekomst zal de behoefte aan grondige kennis alleen maar toenemen onder invloed van deze ontwikkelingen en vanwege Europese regelgeving, die steeds strengere eisen stelt aan het medegebruik van het Waddengebied voor sociaal-economische doeleinden. Hierdoor zal er een steeds grotere spanning ontstaan tussen enerzijds de hoofddoelstelling, natuur, en anderzijds sociaal-economische ontwikkeling.
Om de kennis van het Waddengebied te verbeteren heeft de Adviesgroep Waddenzeebeleid (AGW) geadviseerd de Waddenacademie op te richten. Deze zou een stimulerende en coördinerende rol moeten spelen bij zowel fundamenteel onderzoek als toegepast onderzoek ter ondersteuning van beleid en beheer.
De AGW verwacht dat zowel het rijk, de provincies, gemeentes als het bedrijfsleven baat zullen hebben bij de ontsluiting van bestaande kennis en de productie van nieuwe kennis. Verder zou de Waddenacademie in de visie van de AGW een belangrijke rol kunnen spelen bij de vergroting van het draagvlak voor het Waddengebied via een actieve verspreiding van kennis en publieksvoorlichting.
Op verzoek van de coördinerende minister voor het Waddenbeleid, Sybilla Dekker van vrom, heeft de Raad voor de Wadden in juli 2005 een advies uitgebracht over de Waddenacademie. Naar de mening van de raad is de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) bij uitstek geschikt om het fundamentele onderzoek te organiseren en te laten uitvoeren. De doelstellingen, organisatie en ervaring van NWO garanderen dat de juiste onderzoeksvragen worden geformuleerd en dat de beste onderzoekers worden ingezet.
Onderwijs en (publieks)voorlichting horen in de visie van de raad niet tot de directe taken van de Waddenacademie. Wel acht hij het wenselijk dat hiervoor gelden worden vrijgemaakt uit het Waddenfonds. Het advies past binnen de randvoorwaarden die door minister Dekker zijn gesteld, dat wil zeggen dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande structuren en dat de organisatiekosten zo laag mogelijk worden gehouden, zodat er zoveel mogelijk geld beschikbaar komt voor het eigenlijke doel van de Waddenacademie: het genereren en toepasbaar maken van kennis.
Het Uitvoeringsplan Waddenacademie dat in december 2005 is uitgebracht door de provincie Friesland, staat niet alleen haaks op het advies van de Raad voor de Wadden maar voldoet evenmin aan de voorwaarden van Dekker. Kern van de bestuurlijke inrichting en organisatorische inbedding in het uitvoeringsplan zijn vijf bestuursleden met een werktaak van een dag per week. De taak van de bestuursleden is ,,de activiteiten functioneel (op inhoud) aan te sturen", waarbij de activiteiten zijn: inzicht bieden in de onderzoeksbehoefte, onderzoeksprogrammering en communicatie.
Bovendien is er sprake van een 'klein' bureau dat uit zeven medewerkers bestaat. Vier hiervan zijn afkomstig van InterWad en moeten voor een deel de communicatietaken van de Waddenacademie ondersteunen.
De totale kosten worden geraamd op bijna €2 miljoen per jaar waarbij €400.000 afkomstig is uit de InterWad begroting. Afgezien van het feit dat de begroting in het uitvoeringsplan het beschikbare bedrag van €1 miljoen ruim overschrijdt (zonder dat er een cent aan onderzoek is uitgegeven!), rijst de vraag hoe de bestuursleden hun dag in Leeuwarden moeten doorkomen met het ,,functioneel aansturen van de activiteiten" en de mensen van het bureau hun hele week moeten vullen met communicatie, vraagarticulatie en onderzoeksprogrammering.