Wad herstelt traag van kokkelvisserij

Gepubliceerd op 14 november 2006Onderzoek en Monitoring, VisserijAangemaakt door Leeuwarder Courant

DEN BURG - Het kan nog jaren duren voordat de zandplaten in de Waddenzee zich hebben hersteld van de mechanische kokkelvisserij.

Tweekleppige schelpen vestigen zich maar mondjesmaat op de plaatsen die tot 2004 door de vissers werden omgewoeld, aldus dierecoloog Jan van Gils.
Met Theunis Piersma en andere biologen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee heeft Van Gils (NIOZ) vijf jaar lang gemeten hoeveel jonge kokkels er op beviste platen verbleven en wat de voedingswaarde van de schelpdieren was. Bij intensieve bevissing bleef het aantal kleine kokkels constant, maar liep de kwaliteit met 11 procent terug. In ongestoorde gebieden nam het aantal jonge kokkels licht toe, terwijl de kwaliteit stabiel bleef.

Overwinterende kanoetstrandlopers uit Canada en Groenland betalen het gelag. Hun voedselaanbod is niet alleen kleiner maar ook schraler. De trekvogels hebben geen tijd gehad zich hieraan aan te passen. Volgens Van Gils hebben naar Afrika doortrekkende kanoeten uit Rusland nog zwaarder onder de mechanische visserij te lijden gehad.