Verplichte natuurzorg vergt extra miljoenen
DEN HAAG
De zorg voor natuurgebieden met planten en dieren die van Europees belang zijn, gaat Nederland €29 miljoen tot €48 miljoen per jaar extra kosten.
Wat de verplichte bescherming van de 162 gebieden - waarvan 18 in Friesland liggen - extra oplevert, is volgens landbouwminister Cees Veerman niet te berekenen, meldt hij aan de Tweede Kamer.
In de 162 natuurterreinen en waterrijke gebieden komen soorten voor waarvan het een Europese noodzaak is om ze in stand te houden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om strandlopers in het Waddengebied, kieviten bij het Sneekermeer en stuifzandheide in het Drents- Friese Wold. De zogenoemde Natura-2000 gebieden (voorheen vogel- en habitatrichtlijngebieden) zijn al eerder geselecteerd en omvatten in Friesland behalve de Wadden, ook de meren en bijvoorbeeld de Bakkeveense Duinen.
Het Landbouweconomisch Instiuut (LEI) heeft becijferd wat het behoud van de terreinen kost. Behalve de genoemde jaarlijkse bijdrage zijn er eenmalige maatregelen van tussen de €52 miljoen en €203 miljoen nodig. In die laatste categorie valt bijvoorbeeld het stoppen met bemesten om vervuiling van het oppervlaktewater tegen te gaan. Volgens Veerman blijven de kosten binnen de marges waarmee hij rekening hield.
Het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) heeft geprobeerd te berekenen wat de extra baten zijn van het investeren in de natuurgebieden. Maar dit bleek onmogelijk te zijn. Er is alleen een inschatting te maken van wat de 162 natuurgebieden de maatschappij opleveren zonder dat te bepalen is wat het aandeel van de extra maatregelen zal zijn. Deze som komt uit op €4 miljard per jaar. Veerman wijst er op dat die opbrengsten vanwege de andere definitie niet te verrekenen zijn met de extra kosten.