Symboolpolitiek kost geld en natuur

Gepubliceerd op 18 september 2006Natuur en Landschap, Overheid, Sociaal-economischAangemaakt door Leeuwarder Courant

Niets zo erg als symboolpolitiek. Een maatregel nemen om de maatregel en pas in tweede instantie vanwege een eventueel effect.

De paarse minister Roger van Boxtel blonk er met zijn grotestedenbeleid in uit. Bij de Waddenzee lijkt Den Haag zich er weer schuldig aan te hebben gemaakt. Ten koste van een bedrijfstak, €115 miljoen en de natuur.
De Natuurbalans van het Milieu- en Natuurplanbureau maakte vorige week duidelijk dat oprukkende bedrijfsterreinen het platteland volstouwen. Maar dat was niet de enige conclusie. De groendeskundigen hadden de toestand van de Waddenzee ook weer eens beschreven. Het gaat nog steeds slecht met de vogelstand.

De kokkelvissers golden jarenlang in de ogen van de milieubeweging als de boosdoeners die de vogels dwarszaten. Ze haalden met de kokkels het voedsel voor de dieren weg en doodden door te ploegen ook nog eens het bodemleven. Twee jaar terug mocht de kokkelvloot inrukken. Om de sector tevreden te stellen, legde het rijk €115 miljoen op het kleed. Al ging dit vooral naar bedrijven die de kokkelvergunningen bezaten en niet naar opvarenden die de schelpen opvisten.

De echte vissers zijn nu op zoek naar een nieuwe broodwinning. Ze proberen bijvoorbeeld als handkokkelvissers verder te gaan. De milieubeweging be loofde twee jaar geleden de handkokkelaars met rust te laten. Die konden toch geen kwaad. Maar zie daar. Nu puntje bij paaltje komt, hebben de groene overdrijvers zich bedacht en willen ze ook deze kokkelaars het leven zuur maken. Net als de mosselkwekers die ze aanvankelijk ook niet meer zouden storen. Het kan niet rustig genoeg zijn op zee. De Natuurbalans maakt duidelijk dat het verbod op de mechanische kokkelvisserij vooral van symbolische waarde is geweest. De vogels schieten er weinig mee op. In het extreem rijke kokkeljaar 2004 bleven de schepen aan de kant en de schelpen voor de vogels liggen. Maar het aantal eidereenden en scholeksters blijft teruglopen, zelfs als er voor mossel- en garnalenvissers ook meer beperkingen gaan gelden, voorspelt het planbureau. Want de gevleugelde vrienden zien ook voedsel verdwijnen door de opkomst van de Japanse oester, het schonere water en de warme winters.

Was dit niet te voorzien voordat het rijk besloot de kokkelvloot uit te kopen? Was het niet beter geweest de sector te dwingen zich aan te passen - het modewoord 'verduurzamen' - zodat de visserij aan de natuurregels voldeed? Dan was de sanering niet nodig geweest. Dat was begin 2004 ook het voorstel van de commissie-Meijer, die aanbevelingen over het waddenbeleid deed. Volgens de branche was een milieuvriendelijker visserij mogelijk. Maar ze maakte hier weinig haast mee omdat ze altijd net voldoende steun in de Tweede Kamer had om op de oude voet door te gaan.

Met zo'n verbeterde kokkelvloot was de bedrijfstak niet verloren gegaan. Het rijk had dan €115 miljoen kunnen besteden aan alle factoren die het voor eidereenden en scholeksters verpesten. Daar had het wad veel meer baat bij gehad. Nu is het geld weggegooid en het probleem blijven bestaan.

CDA en VVD waren vooral gefixeerd op extra gaswinning en vonden het prima dat D66 met de linkse partijen de kokkelvisserij als natuurverwoester veroordeelden en uitbanden. Nu de vogelstand daalt, lijkt er toch bewijs te zijn voor de theorie dat de dieren juist baat hebben bij de schelpdiervisserij. Het is een verhaal dat de vissers al jaren verkondigen maar waar geen luisterend oor voor was. Symboolpolitici zijn nu eenmaal Oostindisch doof. Reacties: haag@leeuwardercourant.nl