De plantenrijkdom van Terschelling

Gepubliceerd op 6 september 2006Natuur en Landschap, Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Leeuwarder Courant (Renske Gorter)

Het plantenleven floreert op Terschelling. Piet Zumkehr telde er zevenhonderd soorten, waarvan er honderd als kwetsbaar gelden. Sommige planten die elders ronduit zeldzaam zijn, komen op het eiland bij miljoenen voor.

WEST-TERSCHELLING - Aan beheer wordt nauwelijks gedaan, en hier en daar slaan verzuring en vergrassing toe. En toch zorgt de natuurlijke dynamiek ervoor dat op de Noordsvaarder op Terschelling precies de vegetatie voorkomt die er zou moeten groeien. Dat concludeert Piet Zumkehr.
In opdracht van Staatsbosbeheer brengt Zumkehr, namens zijn eigen ecologische adviesbureau, in kaart hoe het er voorstaat met bedreigde plantensoorten. Van de zevenhonderd soorten op het eiland, gelden er honderd als kwetsbaar. Ze staan op de Rode Lijst of worden wettelijk beschermd door de Flora- en Faunawet of de Habitatrichtlijn.

Het onderzoek loopt nog tot 1 oktober, maar de Terschellinger bioloog durft reeds de conclusie te trekken dat het waddeneiland goed in staat is om waardevolle dingen te behouden. ,,Van sommige planten komen er miljoenen voor, terwijl dit elders zeldzaamheden zijn'', zegt Zumkehr.

De Noordsvaarder - de strandvlakte ten westen van West-Terschelling en het duingebied ten noordwesten van dit dorp tot aan paal 8 - is het meest dynamische kustgebied van Nederland. Door de jonge duinvorming kunnen pioniersplanten als het strandduizendguldenkruid en het fraaie duizendguldenkruid welig tieren. ,,Het gaat niet om een paar exemplaren, maar echt om honderdduizenden! Het is onvoorstelbaar wat er in enkele jaren tevoorschijn is gekomen.''

Ook verschillende soorten die vallen onder het zogenoemde knopbiesverbond, gedijen bij de constante beweging door wind en water. De groenknolorchis, een van de zeldzaamste orchideeën in Europa, wordt er volop aangetroffen. Evenals de moeraswespenorchis, de vleeskleurige orchis, de armbloemige waterbies en de knopbies.

Zumkehr ontdekte ook een aantal nieuwkomers. ,,Zeevenkel is nieuw in dit terrein. Deze plant is in Nederland in opmars door de opwarming van het klimaat. De zaden worden door de zee vanuit het zuiden meegevoerd en spoelen hier aan.'' Ook zeewolfsmelk is weer teug op Terschelling. ,,Dat was sinds 1970 niet meer gezien.''

Zumkehr brengt de vegetatie in kaart van alle terreinen van Staatsbosbeheer. Die beslaan 80 procent van het eiland. Om een systeem aan te brengen, maakt de onderzoeker gebruik van de topografische kaart. De kilometervakken zijn in zestien parten opgedeeld; per blokje wordt nagegaan welke planten er in welke mate voorkomen. Voor de plaatsbepaling wordt gebruikgemaakt van gps. De kartering vindt iedere tien jaar plaats. Zumkehr: ,,De vorige keer heb ik mijn bevindingen op de kaart ingetekend, maar tegenwoordig moet alles digitaal.''

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat het dynamisch zeereepbeheer ten goede komt aan zeldzame, typische zeereepplanten als de blauwe zeedistel en de zeewinde. Ook het afplaggen, zoals Staatsbosbeheer dat in diverse duinvalleien heeft uitgevoerd, werpt zijn vruchten af, onder meer voor de draadgentiaan. Ook het ondergedoken moerasscherm duikt letterlijk overal weer op. Het éénbloemig wintergroen, een plantensoort die in Nederland alleen op Terschelling voorkomt, lijkt behouden voor het eiland. Zumkehr heeft een nieuwe groeiplaats ontdekt nabij het Griltjeplak.

In de Koegelwieck, het duingebied ten noorden van de dorpen Formerum, Lies en Hoorn gaat het minder goed. Doordat het terrein enkele jaren geleden langdurig onder water heeft gestaan is de grond verzuurd en zijn er veel zeldzaamheden verdwenen en is het riet gaan overheersen. ,,Daar zijn behoorlijke klappen gevallen.''

Naast een grote plantenrijkdom kent Terschelling een overvloed aan vlinders. Ook daarnaar heeft Zumkehr - hobbymatig - onderzoek naar gedaan. Samen met andere liefhebbers determineerde hij 1200 soorten dag- en nachtvlinders en motjes. Zijn bevindingen heeft hij de laatste 25 jaar systematisch opgetekend. Voor deze inspanningen wordt de Terschellinger vandaag beloond. Hij mag van Cees Veerman, minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit, een exemplaar van de nieuwe uitgave 'De Dagvlinders van Nederland' in ontvangst nemen. Zumkehr leverde hiervoor de meeste gegevens aan, in de vorm van waarnemingen van Terschelling en uit het Noord-Hollandse duingebied.