Onrust op Terschelling over afschot van reeën

Gepubliceerd op 9 juni 2006Natuur en LandschapAangemaakt door Dagblad van het Noorden

West-Terschelling - Jagers op Terschelling zijn het oneens met de wijze waarop de jonge reeënpopulatie op het eiland in stand wordt gehouden.

Jaarlijks mogen er zo'n dertig dieren worden afgeschoten. De nieuwe Vereniging Ons Terschellinger Reeënbeheer (OTR) wil daarbij worden betrokken. Het beheer is nu in handen van een select groepje leden van de stichting Reeën Beheer Terschelling, klaagt OTR-woordvoerder Jan Bakker. Hij vindt dat anderen ook aan bod moeten komen. Bovendien zien Bakker en de zijnen liever een ander beheerplan, dat voldoet aan de nieuwe richtlijnen. De fitheid van de Terschellinger reeën - de eerste werd begin jaren negentig illegaal gebracht, nu zijn er tussen 250 en 400 - wordt afgelezen van de afgeschoten exemplaren. "Je moet meer doen'', meent Bakker. Hij pleit voor een jaarlijkse telling en wil ook het voedselaanbod en de draagkracht van het gebied bij het oordeel over de reeënstand betrekken. Jan Smit van de stichting Reeën Beheer Terschelling noemt de voorgestelde telling een utopie. De resultaten zullen nietszeggend zijn, voorspelt hij. "Er zijn zoveel dekkingsmogelijkheden op Terschelling, je kunt nooit alle reeën tellen." De huidige beheermethode wordt bovendien onderschreven door de Vereniging Het Reewild, stelt Smit. (GPD)