Klimaat warmer en natter
KNMI brengt toekomstig klimaat van Nederland in kaart
Het KNMI schetst in vier nieuwe klimaatscenario’s in welke mate de klimaatverandering in Nederland kan leiden tot hogere temperaturen, heviger neerslag en zeespiegelstijging in 2050. De laatste berekeningen bevestigen dat de winters gemiddeld natter worden en dat ook de extreme neerslaghoeveelheden toenemen. In de zomer worden de buien intensiever, maar de verandering in de gemiddelde neerslag is onzeker. Volgens de nieuwe scenario’s horen zowel een lichte toename van de zomerneerslag als een forse afname tot de mogelijkheden. Bij een forse afname gaan droge zomers, zoals die van 1976 en 2003, veel vaker voorkomen. De berekeningen geven verder aan dat de veranderingen in het windklimaat klein zijn ten opzichte van de natuurlijke grilligheid.
De nieuwe klimaatscenario’s zijn vandaag op de Scheveningse Pier aangeboden aan staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Volgens Prof. Gerbrand Komen, onder wiens verantwoordelijkheid de scenario’s zijn ontwikkeld, zijn ze bedoeld voor studies naar de effecten van klimaatverandering bijvoorbeeld voor waterbeheer, ruimtelijke ordening, energievoorziening, landbouw en luchtkwaliteit. “Klimaatscenario’s zijn consistente en plausibele beelden van een mogelijk toekomstig klimaat en bieden de mogelijkheid om het beleid hierop af te stemmen. De klimaatverandering zou ook nog anders en extremer kunnen verlopen, maar daarvoor zijn de aanwijzingen uiterst onzeker.”
Hoewel klimaatschommelingen van alle tijden zijn, hebben wetenschappers vastgesteld dat de mens bijdraagt aan de huidige opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen. In ons land hangen temperatuur en neerslag nauw samen met de windrichting. Onduidelijk is nog of de luchtstromingen en dus de windrichting boven West-Europa door het versterkte broeikaseffect gaan veranderen. In de nieuwe KNMI klimaatscenario’s wordt daar voor het eerst rekening mee gehouden: twee scenario’s gaan uit van onveranderde luchtstroming en twee andere scenario’s laten zien hoe temperatuur en neerslag in ons land veranderen als ook de luchtstroming verandert. Om dit in kaart te brengen is gebruik gemaakt van de nieuwste computerberekeningen die ook de basis vormen voor het eerstvolgende rapport van het IPCC, het Intergouvernementeel klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat in 2007 zal verschijnen.
Rond 2050 is het volgens de scenario’s in Nederland ’s winters gemiddeld 0,9 tot 2,3 graden Celsius warmer dan in 1990 en ’s zomers 0,9 tot 2,8 graden. In verhouding tot deze scenario’s voor het midden van de eeuw is de recente opwarming van meer dan 0,5 graad over de afgelopen 15 jaar relatief groot. Waarschijnlijk hebben de natuurlijke schommelingen er de afgelopen 15 jaar toevallig een schepje bovenop gedaan. Zulke natuurlijke schommelingen zullen ook in het toekomstige klimaat afwisselend relatief warme en koele periodes blijven opleveren.
Het KNMI heeft een speciale website ingericht met uitleg en achtergrondinformatie. De site www.knmi.nl/klimaatscenarios gaat ook in op de toepassingsmogelijkheden van de scenario’s.
Weermagazine
In de zomeruitgave van het populair wetenschappelijke tijdschrift Weermagazine verschijnt een uitgebreid artikel over de nieuwe klimaatscenario's van het KNMI. Het eerstvolgende Weer Magazine veschijnt rond 16 juni a.s. Meer informatie onder Externe links.
Symposium Weer en Klimaat in de 21e eeuw
Naar aanleiding van de nieuwe KNMI klimaatscenario's organiseren het KNMI en de instituten die bijdragen aan de Buys Ballot leerstoel aan de Universiteit Utrecht op dinsdag 20 juni het symposium Weer en Klimaat in de 21e eeuw (zie onder Nieuws).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 of 030 2206386.