'Grenzen aan de groei van de Eemshaven
't Wordt tijd om na te denken over de grenzen aan de groei van de Eemshaven
Gedeputeerde Hans Gerritsen (PvdA), tevens voorzitter van het bestuur van Eemshavenexploitant Groningen Seaports, spreekt van een omslag in het denken. Die is het gevolg van de gunstige ontwikkeling van de haven. "Tot nu toe was het: alle kansen grijpen en bedrijven maximaal faciliteren. We moeten nu planmatiger aan de gang en prioriteiten stellen." De ligging aan de Waddenzee stelt haar milieugrenzen. "Ik weet niet of de Eemshaven was aangelegd met de maatschappelijke inzichten van nu. Het economisch denken deugde destijds van geen kant. Maar na dertig jaar is de Eemshaven toch tot ontwikkeling gekomen. Al is die ontwikkeling heel anders dan destijds werd bedoeld, het moest een Rotterdam-Noord worden."
Wat het wordt? De Holland Mout maltfabriek komt er, voor een biodieselfabriek heeft Biovalue woensdag zijn handtekening gezet, ConocoPhilips-Essent heeft een optie genomen voor een LNG-terminal en Nuon overweegt de stichting van een kolenvergasser. En er staan nog een stuk of vijftien nieuwe serieuze initiatieven op de rails die ook met energie te maken hebben, vertelt de gedeputeerde optimistisch. "Misschien gaat daar maar een op de vijf van door, maar ze hebben zoveel potentie dat we zeker een heel goede ontwikkeling krijgen. De Eemshaven is een echte haven geworden en dit zal weer werkgelegenheid opleveren." Maar niet alle industrieën zijn welkom, weet Gerritsen nu al. Hij noemt de metallurgische en chemische industrie, die wel in Delfzijl aanwezig is. Daarvoor is in de Eemshaven geen plaats. Het wordt vooral een energiehaven. Maar duurzaamheid staat evenzeer voorop. Wat dat precies inhoudt, waar de grenzen precies liggen, daarover zullen alle betrokken partijen het eens moeten worden, schrijven gedeputeerde staten in een discussiestuk. Daarna kunnen keuzes worden gemaakt: wat is wel, wat niet welkom aan bedrijvigheid. Lastige keuzes, maar Gerritsen gelooft niet dat de nieuwe aanpak bedrijven afschrikt. "Ik denk dat het bedrijfsleven inziet dat duurzaam ondernemen verstandig en noodzakelijk is." "Het is wel bijzonder dat we ons hier zorgen over maken", vindt hijzelf ook. Een mooie bijkomstigheid is, dat hij de discussie vanuit zijn positie als bestuursvoorzitter gemakkelijk kan aanzwengelen. Maar dat had volgens hem ook gekund als het havenbedrijf een NV was geweest. Dat is nog altijd een diepe wens van gedeputeerde staten. Hun bestuurspartners, de gemeenten Delfzijl en Eemsmond, willen daar echter niks van weten en daardoor heeft Gerritsen de afgelopen jaren niets op dat vlak kunnen bereiken. Maar als de nieuwe colleges van b en w binnenkort aantreden, staat hij op de stoep. Want GS vinden onverminderd dat Groningen Seaports als NV slagvaardiger en zakelijker aangestuurd kan worden dan nu het geval is.