Exotische krabben rukken op
VLIELAND De vondst van twee uit Azië afkomstige krabbensoorten op Vlieland duidt er op dat deze exotische diersoorten de inlandse krab op termijn uit de Waddenzee kunnen verdrijven. Met deze waarschuwing komt Reindert Nijland, bioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen. De uitheemse krabben zijn voor ons land niet helemaal nieuw, maar ze rukken wel steeds verder op.
Het gaat om de blaasjeskrab en de penseelkrab, die een jaar of zes geleden voor het eerst opdoken in de Oosterschelde. Inmiddels zijn ze algemeen verspreid langs de kust van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Nu ze steeds verder noordwaarts blijken te trekken, denkt Nijland dat ze binnen tien jaar de meest algemene krabben langs de Nederlandse kust zullen zijn. Dat gaat dan ten koste van de inheemse strandkrab. Vooral de 5 centimeter grote blaasjeskrab zal zich als een geduchte concurrent laten kennen.
De universitair bioloog vermoedt dat de krabben zich explosief hebben voortgeplant en hun habitat hebben uitgebreid. De eerste exemplaren zijn vermoedelijk met een schip meegekomen naar Nederland. De Aziatische diertjes hebben grote invloed op de Nederlandse soortgenoten. "Ze verspreiden zich heel snel", merkt Nijland. "Vijf jaar terug vonden we er drie in Zeeland, nu zitten ze onder elke steen." Plaatselijk komen in de Zeeuwse wateren al meer dan honderd exemplaren per vierkante meter voor. In Noord-Amerika is de blaasjeskrab er in geslaagd de inheemse krabbenpopulatie te decimeren.
In Nederland zijn de 'gewone' strandkrabben voorlopig verhuisd naar dieper water. "Daar kunnen ze ook leven", zegt de wetenschapper. "De biotoop van de Aziatische krabben beperkt zich tot de warmere wateren. Het is een zeer interessante aanwinst voor de Nederlandse fauna." De penseelkrab wordt maximaal drie centimeter groot. De blaasjeskrab is met zijn vijf centimeter ongeveer even groot als de Nederlandse strandkrab. Eerder al vestigde zich een Japanse oestersoort in de Waddenzee.