Amateurisme verpest strijd om waddengas

Gepubliceerd op 25 oktober 2006Energie, Natuur en Landschap, OverheidAangemaakt door Leeuwarder Courant

Door Marcel de Jong

DEN HAAG Na twintig jaar onderzoek en strijd kan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) per januari de gaswinning onder de Waddenzee uitbreiden. De Raad van State heeft gisteren beroepen van de Vogelbescherming, schilder Geurt Busser en de stichting Nateuropa afgewezen. De winning vanuit Moddergat zal in ieder geval duren tot de bestuursrechter volgend jaar de bezwaren in een bodemprocedure heeft behandeld.
Voor de tegenstanders valt te hopen dat het verzet dan op minder amateuristische wijze wordt georganiseerd. Bij de behandeling van de zaak anderhalve week geleden voerden de opposanten - uitgezonderd de Vogelbescherming - geëmotioneerd zelf het woord. De vertegenwoordigers van de NAM durfden toen al voorzichtig te lachen. Ze hoorden geen enkel argument dat bij de rechter overeind zou blijven.

Dit blijkt ook uit de uitspraak van staatsraad Aad Kosto. De bezwaarmakers - wrokkige leden van de Waddenvereniging - hebben beweerd dat gaswinning tot schade aan de natuur leidt. Maar ze vergaten voor deze beschuldiging het bewijs aan te voeren, dat in een rechtzaak toch niet onbelangrijk is.

Aandragen van dit bewijs zal ook in de bodemzaak niet meevallen. Het leger aan deskundigen dat instemt met de gaswinning is onderhand zo groot, dat tegenhangers van goede huize moeten komen om een juridisch rammelend puntje te vinden.

Die wetenschappers, de adviescommissie-Meijer, het kabinet, de Tweede Kamer, de meeste milieuorganisaties en Europa vinden dat de extra gaswinning aan zoveel regels is gebonden dat er niets fout kan gaan. Alleen de allerbeste juristen kunnen misschien een bananenschil vinden. Maar het is simpele zelfoverschatting van de tegenstanders om te denken dat ze die klus even kunnen klaren.

Als zij in de bodemzaak eigenwijs blijven en opnieuw zelf de discussie aangaan met de NAM en de ministeries, laten ze een gouden kans lopen. De kans om de zaak in handen te geven van de meest gerespecteerde milieuadvocaten. Als zelfs dezen geen bres kunnen schieten in de vergunningen, moet wel de geruststellende gedachte spreken dat de winning inderdaad zo verantwoord kan als de NAM beweert.

Deze jarenlange strijd verdient zo'n passend slot bij de Raad van State. En niet een tweede afgang van goedbedoelende mensen die veel menen te weten van het wad, maar geen kennis hebben van het bestuursrecht.