Aannemers verliezen geding om baggerklus
DEN HAAG - De klus voor het uitbaggeren van de vaargeulen en havens in de Waddenzee gaat naar de goedkoopste inschrijver K. Krul en Zonen uit Middenmeer.
In een kort geding bij de Haagse rechtbank is een combinatie van aannemingsmaatschappijen in het ongelijk gesteld.
De combinatie daagde Rijkswaterstaat voor de rechter, omdat deze de opdracht voor het uitbaggeren aan concurrent Krul had gegeven. Deze had met €2.690.000 het laagste bod gedaan, de combinatie kwam boven de €10 miljoen uit. Volgens de combinatie kan het baggerwerk onmogelijk voor het lage bedrag worden uitgevoerd en had Rijkswaterstaat beter onderzoek moeten verrichten.
Het werk betreft het uitdiepen van de veerboothavens, de havens van Den Oever, Breezanddijk en Kornwerderzand en de routes Harlingen-Noordzee en Den Oever-Noordzee.
De rechter stelt dat Rijkswaterstaat niet verplicht is tot nader onderzoek van het lage bod van Krul. De combinatie heeft op haar beurt niet aannemelijk gemaakt dat het uitbaggeren van de havens minimaal €10 miljoen moet kosten en dat de offerte van Krul uitzonderlijk laag is. Rijkswaterstaat heeft wel een raming van de kosten gemaakt en die lag dichter bij het bedrag van Krul dan bij dat van de combinatie.