Zeldzame tweekleurige vleermuis op Texel gevonden

Gepubliceerd op 22 september 2005Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Ecomare

Pierre Bonnet, bioloog van EcoMare en lid van de Vleermuiswerkgroep Texel, heeft vastgesteld dat een recent op Texel aangetroffen vleermuis de zeldzame ‘tweekleurige vleermuis’ is. De vleermuis is weer vrij gelaten.

Het dier werd vorige week donderdag gevonden op Vakantiepark De Krim en naar EcoMare gebracht. In eerste instantie dacht Bonnet dat het een ‘ruige dwergvleermuis’ was, een lange afstand trekker die rond deze tijd massaal op het eiland aankomt. Bij nadere determinatie bleek het te gaan om een mannetje van de zeer zeldzame tweekleurige vleermuis.

De determinatie had nog heel wat voeten in aarde. De vleermuis was namelijk zo levendig dat het niet verantwoord was om hem lang vast te houden. Daarom werd hij in een vleermuiskast in de tuin van Bonnet geplaatst. De volgende morgen was hij, ondanks de felle regen van die nacht, uit de kast verdwenen. De soortbepaling moest dus aan de hand van de genomen foto’s worden gedaan. De puzzel werd mede opgelost doordat Bonnets buurman een kleine week later kwam melden dat hij een vleermuis achter een plank in zijn tuin had zitten: het was hetzelfde diertje. Een tweede keer nauwkeurig kijken en foto’s maken gaf de doorslag dat het om de zeer zeldzame tweekleurige vleermuis ging. Dit is inmiddels ook bevestigd door vleermuisdeskundige Peter Lina die foto’s van EcoMare kreeg opgestuurd.

In 1977 is voor het eerst een tweekleurige vleermuis in Nederland gevonden. Tot 1997 zijn er zo'n 20 waarnemingen gedaan. Totdat in 1998 een kolonie van ongeveer 25 dieren gevonden werd in Maarssenbroek. Vleermuisminnend Nederland stond even op zijn kop!

De tweekleurige vleermuis heeft zijn verspreidingsgebied in Midden- en Oost-Europa en in het noorden tot ongeveer de 60-ste breedtegraad. In de zomer bewoont hij spleten en rotsen in bosachtig berglandschap en steppegebieden. In vlakke gebieden verblijft deze soort ook in muurspleten en zolderruimten van hoge gebouwen. Als winterslaapplaats worden grotten, kelders maar ook spleten in hoge gebouwen gebruikt. De sporadische keren dat een tweekleurige vleermuis in Nederland is gevonden, was dan ook vooral in hoge gebouwen in steden in het kustgebied. Het betrof waarschijnlijk steeds dieren die op doortrek waren. Van tweekleurige vleermuizen is bekend dat zij over grote afstanden trekken, met als langst afgelegde afstand 1440 km.

In tegenstelling tot andere vleermuissoorten krijgt de tweekleurige vleermuis in het algemeen twee jongen en soms zelfs drie. Het is dan ook de enige vleermuissoort in Europa met vier tepels in plaats van twee. Een ander merkwaardig verschijnsel bij de tweekleurige vleermuis is dat de mannetjes grotere kolonies vormen dan de vrouwtjes. ’s Zomers kunnen groepen tot wel 250 mannetjes bij elkaar zitten, terwijl een kraamkolonie meestal niet groter is dan maximaal 100 vrouwtjes.