Zandsuppleties voor 2005 vastgesteld
Staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen heeft de uit te voeren zandsuppletiewerken voor 2005 vastgesteld.
Het doel van het suppletieprogramma is het bestrijden van de structurele erosie langs de Nederlandse kust. Het suppletieprogramma omvat in 2005 circa 12.6 miljoen m3 zand, waarvan ongeveer 5 miljoen m3 op het strand wordt aangebracht. Het voortbestaan van de duinenkust is sterk afhankelijk
van de beschikbaarheid van voldoende zand. Als een zandtekort optreedt
door zandverliezen uit het kustsysteem of door een stijgende zeespiegel, dan kan de duinenkust alleen voortbestaan door landwaartse verplaatsing. Door het volume zand in de kust op peil te houden kunnen de duinen blijven bestaan en blijven functioneren als primaire waterkering. Rijkswaterstaat voert namens Verkeer en Waterstaat de suppleties uit. Rijkswaterstaat gaat bij het bepalen van het type suppletie uit van het principe "Waar het moet op het strand, waar het kan onder water, vlak voor het strand".
Handhaven kustlijn
In 1990 koos het kabinet voor het Dynamisch Handhaven van de
Nederlandse Noordzeekust. De kustlijn van dat moment, de basiskustlijn
is hiervoor het criterium, moet sindsdien tenminste gehandhaafd
blijven op de plaats waar die in 1990 lag. Hiermee koos de Regering
voor het duurzaam handhaven van de veiligheid én voor het duurzaam
behoud van de functies en waarden van strand- en duingebieden, zoals
natuur, recreatie, industrie en drinkwatervoorziening.
De term dynamisch in "dynamisch handhaven" wil zeggen, dat de
structurele erosie bij voorkeur wordt gecompenseerd met zandsuppleties
en dat de tijdelijke erosie die op natuurlijke wijze plaatsvindt
(verstuiven, strandafslag) wordt gecompenseerd door het zelfherstellend vermogen, de veerkracht, van de kust.
Jaarlijks suppletieprogramma
Zandsuppleties zijn een efficiënte methode gebleken om de structurele
kusterosie te bestrijden. Jaarlijks stelt Rijkswaterstaat op basis van
metingen een onderhoudsprogramma voor de Noordzeekust op. De
Provinciaal Overlegorganen Kust (POK), waarin per provincie alle
belanghebbenden in de kustzone zijn vertegenwoordigd, brengen de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat advies uit over dit
voorstel van Rijkswaterstaat. De Staatssecretaris stelt jaarlijks het
suppletieprogramma vast. Belanghebbenden in het POK zijn o.a.
Provincie, Rijkswaterstaat, hoogheemraadschappen, kustgemeenten,
natuurbeherende organisaties, ministerie van Economische Zaken.
Suppleties
Vanaf 1997/98 vinden naast strandsuppleties ook vooroeversuppleties
plaats. Het zand voor alle suppleties wordt ver op zee, beneden een
diepte van N.A.P.-20 m opgezogen door sleephopperzuigers. Deze schepen
varen met het zand naar de kust en pompen het zand bij een
strandsuppletie naar het strand via daarvoor voor het werk op de
zeebodem en het strand neergelegde pijpleidingen.
Bij een vooroeversuppletie wordt direct op de zeebodem gestort, vlak
voor de kust.
Een vooroeversuppletie heeft hierdoor een aantal voordelen ten
opzichte van een strandsuppletie. Er is minder tijd en energie voor
nodig. Op het strand heeft niemand last van dit type suppletie. Dit
betekent dat het werk ook tijdens het hoogseizoen uitgevoerd kan
worden. De aangebrachte zandbank zorgt voor meer breking van golven
waardoor de golven hun meeste energie zijn verloren als ze het strand
bereiken. Het strand kalft daardoor minder af. De zandbank werkt ook
als een zandbuffer voor de kust en gaat het strand met zand voeden.
Golfslag en stroming laten een groot deel van het zand naar de kust
bewegen.