Wad voor terroristen open huis

Gepubliceerd op 28 september 2005VeiligheidAangemaakt door Leeuwarder Courant

DEN HAAG - Terroristen kunnen via de havens van de Waddeneilanden redelijk onopgemerkt het land binnenkomen.

Grenscontroles zijn er nauwelijks in het gebied. Het kabinet doet er verstandig aan dit te veranderen, meent de Algemene Rekenkamer in een vanmiddag gepubliceerd rapport. Onduidelijk is hoeveel manschappen en materieel daarvoor nodig zijn.

Den Haag laat vooral in West- Nederland controleren welke personen het land binnenkomen. Maar in het Noorden bestaat er alleen een doorlaatpost in Harlingen en is de aandacht verder gericht op goederen. Onduidelijk is waarom het rijk niet meer controlepunten voor personen langs de waddenkust heeft aangewezen. In 1998 zijn uit efficiencyoverwegingen in het hele land zelfs 37 grensposten gesloten.

Vanuit Leeuwarden houdt de marechaussee de wadden wel in de gaten, maar niet goed genoeg, oordeelt de rekenkamer. ,,Dit kost veel inspanning en levert bescheiden resultaten op. Voor het structureel verbeteren van de informatiepositie zijn ingrijpender maatregelen nodig.'' Er zijn geen goede afspraken of patrouilles op het water nodig zijn en hoe uitgebreid dergelijke inspecties moeten zijn

Het kabinet erkent de problemen maar laat het verder bij mooie woorden, stelt het adviesorgaan. Terwijl een deugdelijke grensbewaking kan bijdragen aan terrorismebestrijding. Was er in de Verenigde Staten voorafgaande aan 11 september 2001 een betere personencontrole geweest, dan hadden de autoriteiten mogelijk vrijwel alle terroristen die vliegtuigen kaapten kunnen onderscheppen. De Amerikaanse conclusie was voor de rekenkamer aanleiding om onderzoek in eigen land te doen.

De Algemene Rekenkamer is bijzonder kritisch over de Nederlandse grenscontroles. Wet- en regelgeving en de uitvoering zijn "niet toegesneden op terrorismebestrijding". Door het historisch onderscheid tussen controle van goederen en mensen is er "geen sluitende controle aan de Nederlandse buitengrenzen".

Het kabinet stelt dat al veel actie is ondernomen en dat "een honderd procent beschermde samenleving niet kan worden gegarandeerd". De rekenkamer wijst erop dat er maar liefst zes ministeries betrokken zijn bij de grenscontrole op terroristen, zonder dat er sprake is van samenwerking.