Terschellinger visser drijft harders zijn net in

Gepubliceerd op 26 september 2005VisserijAangemaakt door Leeuwarder Courant (Paula Westra)

WEST-TERSCHELLING

Jan en Barbara Geertsema vissen op het Wad op ambachtelijke wijze op harder.

Deze week tekenden zij een contract met de Waddengroep. Hun vangst ligt straks als 'duurzaam' Waddengoud in de winkel.

Met het blote oog speurt de Terschellinger visser Jan Geertsema naar harders op de Waddenzee. Hij legt zijn moederschip De Internos voor anker in de buurt van hun visstek, en gaat er vervolgens met de rubberboot op uit. Als hij vis signaleert, zet hij met de hand een staand net uit. Vervolgens jaagt hij de school vissen van de andere kant naar het net. De visser rent door het ondiepe water of maakt zo veel mogelijk lawaai.

Ambachtelijk en milieuvriendelijk. Zo omschrijven Jan en Barbara Geertsema hun vismethode. Ze gebruiken weinig brandstof en woelen de zeebodem niet om met sleepnetten. Bijvangst hebben ze bijna niet, omdat ze heel selectief te werk gaan.

Maandag heeft het Terschellingse bedrijf een contract getekend met De Waddengroep voor de afzet van de gevangen harders. Die worden straks via de groothandel Odin op de Nederlandse natuurvoedingsmarkt geïntroduceerd als 'Waddengoud'.

Volgens Marc van Rijsselberghe van De Waddengroep garandeert de duurzame vismethode van de Geertsema's het voortbestaan van de harder. ,,De maaswijdte van de netten moet verplicht 11 centimeter zijn, zodat alleen de grotere exemplaren worden gevangen. Kleinere harders kunnen er doorheen zwemmen, zodat er genoeg exemplaren overblijven in de Waddenzee."

Veel hoeven de Geertsema's niet te veranderen voor deze nieuwe overeenkomst. Ze moeten zich houden aan de door Agro Eco, een adviesbureau voor biologische landbouw, opgestelde richtlijnen voor de duurzame visvangst. Zo moet de vis uit de Waddenzee komen en mag er niet meer dan zestig uur zitten tussen het uitzetten van de netten en de aanlanding van de vis. Bij de duurzame vis serij houden de vissers bovendien de netten constant in de gaten, zodat er geen vogels en andere dieren in verstrikt ra ken. In het zeewater rond Nederland zwemmen drie soorten har ders: de diklip, de dunlip en de goudharder. In de Waddenzee komt vooral de diklipharder voor. In Nederland noemen vishandelaren de harder ook wel 'witte zalm'. Het is een seizoensgebonden vis, die vooral vanaf begin mei tot eind september in de Waddenzee te vinden is. ,,Het is een exclusieve soort, waardoor veel mensen niet eens van zijn bestaan afweten", vertelt Barbara Geertsema.

De helft van hun vangst leveren Jan en Barbara Geertsema aan de Franse markt, waar de harder wel in trek is. ,,De Fransen hebben al interesse getoond in de duurzame vangst'', laat Van Rijsselberghe weten. ,,Ze zijn er erg gevoelig voor keurmerken die staan voor goede kwaliteit."

Barbara Geertsema ziet de consumptie van harders door de duurzame vangst nog wel stijgen in Nederland: ,,Het vissen naar harders stond in een kwaad daglicht door de vele vissen en vogels die verstrikt raakten in de netten. Hier wordt bij de duurzame vangst meer rekening mee gehouden, waar door mensen zich waarschijnlijk minder schuldig voelen."