Pyrrus-overwinning Texelse pierenvisser

Gepubliceerd op 7 maart 2005VisserijAangemaakt door Texelse Courant

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in 2002 ten onrechte toestemming verleend aan drie pierenvissers van Wieringen om ten oosten van Texel aan het werk te gaan.

Dat heeft de Raad van State bepaald. Pierenvisser Duinker en de gemeente zijn in het gelijk gesteld. Voor Duinker is het echter een Pyrrus-overwinning, omdat de Wieringers naar alle waarschijnlijkheid niet ogenblikkelijk hoeven te vertrekken.

Duinker stapte naar het rechtscollege, omdat zij veel moeite hebben met het in hun ogen wisselvallige beleid van LNV. Het ministerie weigerde in 2002 een verzoek van Duinker om zijn visgebied ten oosten van Texel een stukje te verschuiven en tot verbazing van de Texelaars verleende LNV in datzelfde jaar moeiteloos toestemming aan de drie Wieringer pierenvissers om eveneens op de Vlakte van Kerken de Engelsmanplaat te gaan werken. Doordat de Wieringers nu in hetzelfde gebied als zeeaashandel Arenicola vissen, vrezen Duinker en Winkelman de hoeveelheid pieren snel schaars wordt, terwijl ze zelf in het verleden altijd met beleid visten om de populatie niet aan te tasten. De gemeente wendde zich tot de Raad van State, omdat het ministerie zich niets aantrok van het bestemmingsplan voor het Texels deel van de Waddenzee. Daarin staat dat pierenvissen ten oosten van Texel (Vlakte van Kerken en Engelsmanplaat) is verboden. Alleen voor Duinker is een uitzondering gemaakt (overgangsrecht), omdat hij al sinds de jaren zeventig op pieren vist en een persoonsverbonden vergunning heeft die niet overdraagbaar is.

Het ministerie vond het in 2002 ook niet nodig de verplaatsing van de Wieringer pierenvissers te toetsen aan de Habitatrichtlijn en dat is voor de Raad van State aanleiding geweest de vergunning (die op basis van de Natuurbeschermingswet werd verleend) te vernietigen. Het rechtscollege beriep zich daarvoor op een uitspraak van het Europese Hof over het zogeheten voorzorgsprincipe dat voor activiteiten op het wad pas vergunningen mogen worden verleend als vaststaat dat er geen bodemberoering plaatsvindt. De Wieringers kregen in 2002 toestemming te verkassen, omdat hun eigen gebieden leeg begonnen te raken, terwijl de oostzijde van Texel rijk met wadpieren is bezaaid. Winkelman en Duinker zagen in de actie van LNV een methode om het pierenvissen op de Waddenzee versneld om zeep te helpen. De Wieringer bedrijven hebben elk eveneens persoonsverbonden vergunningen die niet overdraagbaar zijn en Duinker en de Wieringers zijn de enige vier die in het Waddengebied nog machinaal op pieren mogen vissen.

De uitspraak heeft bij Winkelman en Duinker nog niet tot opluchting geleid, omdat het ministerie sinds 2002 meerdere vergunningen aan de Wieringers heeft verleend, waardoor de kwestie gecompliceerd is geworden en het niet per definitie vaststaat dat de Wieringers moeten vertrekken. Tijdens de zitting van de Raad kwam al aan de orde dat Duinker en de gemeente eigenlijk in het verweer hadden moeten komen tegen een zogeheten verlengde beschikking die het ministerie in 2003 als vervolg op de nu vernietigde vergunning verleende. Zowel Duinker als de gemeente ontdekte pas later dat die verlengde beschikking eigenlijk als nieuwe vergunning moest worden gezien. Eind vorig jaar werd opnieuw een vergunning verleend en volgens LNV zouden de Wieringers daardoor tot 2007 ongehinderd op Texels grondgebied moeten kunnen blijven werken. Doordat de Raad van State alleen op basis van Habitatrichtlijn de vergunning uit 2002 heeft vernietigd, is het volgens Winkelman onduidelijk gebleven wat de later verleende beschikkingen en vergunningen nog voor kracht hebben. ‘Dat zijn nu eigenlijk vergunningen zonder inhoud geworden, maar we weten het niet omdat de Raad van State er geen duidelijke uitspraak over heeft gedaan. We weten nu ook niet hoe het in de praktijk doorwerkt. Onze advocaat is aan het uitzoeken hoe bestuursrechtelijk allemaal zit. Het is een heel rare situatie waarin we terecht zijn gekomen.’

Volgens een woordvoerder van de gemeente is het formeel-juridisch mogelijk dat de Wieringer bedrijven op basis van de later verleende vergunningen gewoon kunnen doorvissen. ‘Maar dat is wel een ongewenste situatie.’ De gemeente overweegt een brief te schrijven aan minister Veerman van LNV met het verzoek ook de vergunningen in te trekken die na de vernietigde vergunning zijn verleend. De gemeente is eveneens aan het bekijken of er handhavend tegen de Wieringer bedrijven kan worden opgetreden. Mogelijk wordt een beroep gedaan op de rijkspolitie te water, zodat die kan constateren wanneer de Wieringers op Texels grondgebied actief zijn. ‘Daarna zouden via de bestuursrechtelijke kanalen dwangsommen kunnen worden opgelegd en verbeurd worden verklaard.’ Het college moet nog een besluit over het voorgenomen handhavend optreden nemen.

De gemeente is tevreden met de uitspraak, ondanks het feit dat de Raad van State geen uitspraak heeft gedaan over de inbreuk die LNV volgens het college op de gemeentelijke autonomie deed. De woordvoerder wijst erop dat het vaker voorkomt dat de Raad van State zich voor de vernietiging van een besluit of vergunning tot enkele bezwaren beperkt, zodat ze lastige kwesties achterwege kan laten.