Onderzoekers staan versteld van vismigratie

Gepubliceerd op 26 juli 2005Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Dagblad van het Noorden (Gert Brouwer)

In korte tijd 1500 glasaaltjes geteld bij proef om vissen van zout naar zoet water te laten zwemmen.

Nieuwe statenzijl/Veendam - Bedreigde vissoorten als paling en stekelbaars lijken maar wat graag gebruik te maken van nieuwe technische hulpmiddelen om via de spuisluis bij Nieuwe Statenzijl van zout naar zoet water te kunnen zwemmen. Tegelijkertijd wordt het Groninger achterland weer aantrekkelijk voor vogels als de lepelaar die gek zijn op bijvoorbeeld baarsjes. Dat is de voorlopige conclusie van onderzoekers Herman Wanningen van waterschap Hunze en Aa's en Peter Paul van het Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) na proeven bij de sluis. "We hebben onderzocht of het mogelijk is om vissen uit zout naar zoet water te brengen om daar te paaien. Dat heet vismigratie", legt ecoloog Herman Wanningen van het waterschap uit. "We hebben gekeken of de nieuwe technieken die het RIVO heeft bedacht werken. En dat is het geval. Er blijken verschillende vissoorten gebruik te maken van de nieuwe technieken. Op een bemonsteringsavond hebben we vijftienhonderd glasaaltjes geteld. Dat is voor zo'n kleine opstelling vrij veel. Dan sta je wel even te kijken." Het onderzoek is van groot belang voor het voortbestaan van bijvoorbeeld de paling. Volgens het RIVO blijkt dat de palingstand in Europa de laat ste decennia met meer dan negentig procent is afgenomen. En niet alleen door overbevissing. In Brussel is de noodklok al voor de paling geluid. "Door de bouw van gemalen, sluizen en dijken hebben waterbeheerders in het verleden de poorten naar het zoete water eigenlijk dichtgebouwd", legt Wanningen uit. "Met negatieve gevolgen voor de visstand van deze soorten. Sommige vissoorten moeten van zout naar zoet water kunnen zwemmen en weer terug. Zalm is daar een goed voorbeeld van. Maar paling doet dat ook. Paling komt als klein visje helemaal uit de Atlantische Oceaan naar hier en zwemt dan naar het zoete water om daar op te groeien. Dat is de levenscyclus van veel vissoorten. De laatste jaren zijn heel veel vispassages gebouwd om vissen een handje te helpen om hun reis te volbrengen." De onderzoekers hebben bij Nieuwe Statenzijl twee technieken getest die het mogelijk moeten maken om de vissen van zout naar zoet water te kunnen laten zwemmen. "Bij de ene techniek zorgt een soort pomp ervoor dat de vissen omhoog worden gezogen uit het zoute water naar de zoete kant. De vissen kunnen via een soort buis mee zwemmen. De andere techniek is dat de vissen actief tegen een stroompje op kunnen zwemmen van zout naar zoet."

Vogels profiteren van nieuwe techniek

Behalve de vissen kunnen volgens onderzoeker Herman Wanningen ook andere dieren en vogels profiteren van de vismigratie bij Nieuwe Statenzijl. "De vissen maken onderdeel uit van de voedselketen. Vogels profiteren ervan. Een vogel als de lepelaar eet bijvoorbeeld vrij graag driedoornige stekelbaarsjes. Dat is een soort die ook profiteert van de nieuwe techniek. De paling is ook een welkome aanvulling op het menu van verschillende andere vogels. Op Texel zijn na proeven met een vismigratietechniek de lepelaars massaal teruggekomen om te foerageren. Maar ook soorten als visdiefjes. In de Breebaartpolder bij de Punt van Reide is al een vispassage aangelegd waar je heel veel vogels op af ziet komen."