Het Oerolgevoel overwint alle mobieltjes

Gepubliceerd op 15 juni 2005RecreatieAangemaakt door Dagblad vh Noorden (Eric Nederkoorn)

Terschelling

Daar is hij, de zon. "Hij mag er wat dunnetjes uitzien, maar kijk uit, hij schroeit je stuk!", tettert de overdadig aanwezige presentator op het strandpodium bij West-Terschelling.

Onderwijl informeren festivalnieuwkomers her en der belangstellend - maar ook triomfantelijk - naar de kou-ervaringen van de eerste dagen.

Op de volstromende eilandterrassen wekt een foto voorop het dagelijkse Oerol Krantsje belangstelling. Acteurs van theatergroep Krékatör liggen naakt op het strand, gadegeslagen door een rij kleumende toeschouwers onder paraplu's en in regenponcho's. Sneu. Voorbij die tijd.

Op een muurtje bij de haven wachten rond dertig mensen zonnig op het begin van Zeebenen van Marina Kaptijn. Is dat niet al een kunstwerkje op zich, de combinatie Marina Kaptijn en Zee benen? Even voor één uur wordt de groep toegelaten tot de rederijloods, een van die talrijke bijzondere theaterlocaties. Mobieltjes uit, zegt een bord bij de deur en de vrouw die de kaartjes scheurt hamert er nog eens extra op.

Het publiek zit in twee rijen tegenover elkaar, met de actrice/danseres ertussen in. Ze verbeeldt de verloren liefde van een zeeman, heeft lang gehoopt op zijn terugkeer, maar weet nu wel beter. In plaats daarvan gaat ze een relatie aan met de zee, een haat/liefde-relatie, want de zee is prachtig maar heeft wel haar grote liefde gestolen.

En dan gaat dat mobieltje. Hoe gruwelijk ook, het is een theatervoorstelling op zich. Een mobieltje in zo'n kleine setting is zo indringend als een vuurwerkbom in een voetbalstadion. Met dit verschil, dat de dader hier in één klap bekend is.

Het is een man, ook dat nog, want dus toch al zwaar in de minderheid. Met die twee rijen en Marina Kaptijn ertussen kan hij zich onmogelijk verschuilen. Hij graait drie keer onhandig en dus mis in zijn broekzak. "Eikel", fluistert een overbuurvrouw hoorbaar, en de rest denkt het. Marina Kaptijn wacht waardig en schier onaangedaan af. De dadersvrouw kijkt hem eerst vernietigend aan, maar haar gemoed slaat om in medelijden als ze de collectieve verontwaardiging bemerkt. Liefdevol geeft ze hem een kneepje. Dat huwelijk moet wel goed zijn.

Het stuk gaat door en heeft een mooi slot, als Marina Kaptijn de schuifdeuren van de loods opent, naar buiten loopt en vanaf het muurtje de zee, de echte zee, adoreert. Met zo'n decor herken je direct het Oerolgevoel. Dat overwint alle mobieltjes.