Nuon Duurzaamheidsdebat 2005 groot succes

Gepubliceerd op 24 juni 2005EnergieAangemaakt door INP Nieuwsbank

Wat kan Nuon bijdragen aan duurzame ontwikkeling en waar liggen de

grenzen van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid? Die vragen

vormden de rode draad bij het debat over duurzaamheid, dat op 18 april

gehouden werd bij de presentatie van Nuon's nieuwe

Duurzaamheidsverslag in Artis.

Precies 100 jaar geleden richtten Jac. P. Thijsse en zijn medestanders

de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten op in de Koningszaal van

Artis. Geen toeval, dat Nuon juist op deze `gewijde grond' het derde

duurzaamheidsverslag overhandigde aan algemeen directeur Jan Jaap de

Graeff van de jubilaris, die zich nu kortweg Natuurmonumenten noemt.

Ter gelegenheid van dat verslag gingen stakeholders en

vertegenwoordigers van Nuon in dezelfde zaal met elkaar in debat over

zes stellingen over duurzaamheid. Presentator Pieter Jan Hagens

verleidde daarbij het publiek tot actieve deelname, omdat voor- en

tegenstanders bij iedere stelling bij elkaar moesten gaan zitten. Dat

leidde tot wisselende coalities, waarbij deelnemers elkaar met pittige

statements probeerden te overtuigen. En waarbij de zinsnede `ik heb

zelden zo'n grote onzin gehoord' tot een gevleugelde uitspraak

uitgroeide.

Kernenergie

Inleider Jan Paul van Soest van Advies voor Duurzaamheid beet de spits

af met de stelling `Het klimaat vraagt niet om kernenergie'. Van

Soest, die op de valreep het afwezige D66-Kamerlid Boris van der Ham

verving, erkende volmondig dat het klimaatprobleem om onconventionele

stappen vraagt. Maar kernenergie is daarvoor niet noodzakelijk,

betoogde hij. Een belangrijke bijdrage verwacht hij van schone

fossiele brandstoffen, waarbij de schadelijke CO2-component

weggeborgen wordt in ondergrondse opslag.

De overgrote meerderheid van de zaal schaarde zich achter zijn

standpunt, waarop bestuursvoorzitter Ludo van Halderen van Nuon

opstond om het kleine kamp van de tegenstanders aan te voeren.

`Vanwege de geweldig groeiende economieën van landen als China en

India is het onverantwoord kernenergie uit te sluiten', betoogde hij.

`Bij een verdrievoudiging van het energieverbruik in de wereld moeten

we ook inzetten op energiebesparing en duurzame energie. Maar het is

ijdel om te denken dat alleen die oplossingen snel resultaat zullen

opleveren.'

Van Halderen kreeg direct tegengas van milieugedeputeerde Albert Moens

van de provincie Noord-Holland. `Investeringen in duurzame energie

kosten heel veel tijd en inspanningen. Kernenergie is een escape, die

afleidt van de revolutie die op gang moet komen.'

Anderen lieten bedrijfseconomische bespiegelingen los op de stelling.

Kernenergie wint het niet als alle kosten meegenomen worden, dus de

`business case' deugt niet. Innovatie is een betere weg om de uitstoot

van CO2 tegen te gaan. De katalysator voor auto's was nooit tot wasdom

gekomen als er geen aanzet was gekomen voor een grootschalige

toepassing, betoogde directeur H. Erdmann van Claessens Erdmann. Er is

dus een grote internationale prikkeling nodig om tot duurzaam gebruik

over te gaan.

Privacywetgeving

Nuon-medewerkers die klanten afsluiten van energielevering mogen

volgens de privacywetgeving geen melding maken van het aantreffen van

`mensen in nood'. Deze wetgeving zit daarom hulp aan de onderkant van

onze samenleving in de weg, leidde Marja Jansen van de Stichting

Mensen in de Bijstand de tweede stelling in. Maar Nuon kan wel

degelijk zelf hier iets aan doen, betoogde zij. Laat mensen een

vrijwaring tekenen, zodat Nuon-medewerkers hen toch te hulp kunnen

schieten. Het grootste deel van de zaal schaarde zich achter haar

standpunt. De tegenstanders onderschreven eveneens het doel waar het

Jansen om te doen is: hulp aan mensen in schrijnende omstandigheden.

Wel betoogden zij dat het aanpassen van de privacywetgeving daarvoor

geen goed middel is. `Ik heb zelden zulke grote onzin gehoord', opende

Annemarie Goedmakers (voorzitter FRES) met een zinsnede, die door

diverse sprekers na haar gretig herhaald werd. `We hoeven op brieven

aan mensen maar één regeltje toe te voegen om ervoor te zorgen dat we

mensen in nood kunnen helpen. Gewoon een creatieve oplossing zoeken in

plaats van een hele wet op de helling zetten.' Maar wat moeten

Nuon-medewerkers doen als ze nog ernstiger zaken aantreffen bij de

mensen thuis, zoals kindermishandeling of brandgevaar? Moet Nuon dan

ook de privacy respecteren? De privacywetgeving vormt daarbij niet het

echte knelpunt, beaamden diverse sprekers. Voor PvdA-Kamerlid Diederik

Samsom was dat inzicht aanleiding om zich alsnog te scharen bij de

tegenstanders van de stelling. `De privacywetgeving is inderdaad niet

de belemmering voor het bieden van hulp. Dat zijn allereerst falende

instanties.'

Brandstofmix

Diederik Samsom mocht vervolgens de stelling verdedigen dat de

duurzaamheid van een energiebedrijf valt af te lezen aan de

brandstofmix. De PvdA-politicus bleek op dit front echter een illusie

armer te zijn geworden. `We dachten dat de brandstofmix een goed

keurmerk zou zijn voor een duurzaam energiebedrijf. Maar de

werkelijkheid zit vol met gewiekste inkopers en accountmanagers, die

weten hoe je slim duurzame energie inkoopt in het buitenland.'

Alleen investeringen in duurzame energie zijn daarom een bruikbaar

getal in de boekhouding, vindt Samsom. Een echt duurzame onderneming

zou bovendien - in navolging van de econoom Tinbergen - de verschillen

in inkomen tussen de hoogst en laagst verdienende werknemer niet

groter moeten laten zijn dan een factor tien. `Daarvoor hoeft een

onderneming niet te wachten op een wet', zei Samsom met een verwijzing

naar de actuele discussie over inkomens van bestuurders bij

energiebedrijven.

De beloning van de Raad van Bestuur past bij maatschappelijk

verantwoord ondernemen, erkende Ludo van Halderen `Maar ik voel er

weinig voor om publiekelijk over mijn salaris te spreken. Dat moet

opgepakt worden op de plaats waar dat thuishoort: bij de Raad van

Commissarissen.'

Tegenstanders van Samsoms pleidooi hielden hem voor dat zijn

uitspraken van calvinisme en een grenzeloze naïviteit getuigden. `Maar

de inkomensverschillen worden steeds groter', hield de PvdA-politicus

vol. `Daar kan niemand zich aan onttrekken.'

Economische groei

Bij de drie laatste stellingen liep het aantal voor- en tegenstanders

minder ver uiteen. Zoals bij de stelling over de onverenigbaarheid van

economische groei en duurzaamheid, die verdedigd werd door Jan Paul

van Soest. Hij gelooft niet in het uitgangspunt van de Brundtland-

commissie dat economische groei en duurzaamheid goed samen kunnen

gaan. Economische groei leidt namelijk tot het innemen van meer ruimte

en tot meer verbruik, wat ten koste gaat van ecologische rijkdom.

Landen zonder economische groei kunnen zich bovendien niet de luxe

permitteren om zich met duurzaamheid bezig te houden, vielen

medestanders hem bij.

Moet de oplossing voor een duurzame ontwikkeling dan komen uit

technologische innovaties? Of is een ingreep in de omvang van de

bevolking effectiever om de wereldwijde ecologische problemen het

hoofd te bieden? De deelnemers aan het debat kwamen er niet echt uit.

Het komt er daarom op aan dat ieder daarin zijn eigen

verantwoordelijkheid neemt, vond duurzaamheidsadviseur Ingrid Plag van

Nuon. `Als individu of als afzonderlijk bedrijf kunnen we wél een

bijdrage leveren aan meer duurzaamheid.'

De ontwikkelingslanden moeten groeien, besloot professor J. Jansen van

de TU Delft (Platform DO) het debat. `Dat is een noodzakelijke

voorwaarde voor duurzaamheid.'

Windmolens

Nuon en Natuurmonumenten hebben samen een nieuwe commercial gemaakt, geïnspireerd op de oude prentenboeken van Verkade. Inleider Hans Revier van de Waddenvereniging zag in die spot meteen het bewijs voor

zijn stelling dat windmolens een zegen voor het milieu zijn, maar een

vloek voor het landschap. De commercial laat immers wel de

oud-Hollandse windmolens zien, maar niet eigentijdse turbines. De

windmolens in Wieringermeer lijken 's nachts op knipperende

discolampen, vond hij. `De plannenmakers weten vanuit randstedelijke

arrogantie de effecten op het landschap telkens te bagatelliseren.'

De voorstanders van windmolens grepen de historische vergelijking van

Revier aan om de weerstand tegen windmolens te relativeren. `Het is

een kwestie van wennen', vond Cees Bakker van de Nederlandse Wind

Energie Associatie. Ook betoogden zij dat noodzaak voor deze vorm van

energieopwekking zó hoog is, dat deze discussie achterhaald is. `Mooi

of lelijk is niet aan de orde', zei duurzaamheidsadviseur Marjolein

van Leeuwen van Nuon. `Mensen die molens niet mooi vinden, vormen een

kleine minderheid', viel Annemarie Goedmakers haar bij. `Niet voor

niets worden windmolens veel gebruikt in commercials.'

Logisch, vond P. van der Veen, wethouder van Achtkarspelen. `De boeren

in die commercials vinden windmolens alleen mooi om het geld, dat ze

eraan kunnen verdienen.'

Ontwikkelingslanden

Echte winst op het gebied van duurzaamheid valt alleen te halen in

ontwikkelingslanden, verdedigde Jan Bouke Wijbrandi (directeur MVO van

Novib) de laatste stelling van dit debat. Daar is wel een grote omslag

voor nodig, want vanuit ecologisch perspectief is de westerse manier

van leven wereldwijd onhaalbaar. De prijsstijging van grondstoffen zal

overal tot spanningen leiden. `We moeten dus de spelregels voor

internationale handel aanpassen. Dat komt de duurzaamheid ten goede.'

De discussie spitste zich toe op de vraag wat Nuon kan bijdragen aan

duurzaamheid in ontwikkelingslanden. Volgens Peter Erich van de Raad

van Bestuur is die mogelijkheid beperkt. `Onze aandeelhouders dragen

Nuon op om zich als provinciaal nutsbedrijf te gedragen.'

Adviseur Johan Verburg van Novib zorgde voor een pittige afsluiting

van de discussie. `Het is Nuon gelukt om mensen met fantastische

oogkleppen binnen te halen bij dit debat. Want deze discussie getuigt

van een zeer rigide opvatting van economische ontwikkeling. Het gaat

niet om harde geldwinst maar om de mogelijkheid om mensen een lampje

te laten branden, zodat ze kunnen studeren. Of om ervoor te zorgen dat

ze geen uren onderweg zijn om brandhout te halen. Dáár valt echte

duurzame winst te halen.'