NAM dient startnotitie MER in voor gaswinning Waddenzee
De NAM heeft bij de Minister van Economische Zaken een startnotitie ingediend voor een MER (milieu-effectrapport) over gaswinning onder de Waddenzee vanaf de bestaande locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen.
De startnotitie markeert het officiële begin van vergunningenprocedures voor winning van het Waddengas, nadat in 2004 Kabinet en Tweede Kamer daarmee instemden. De startnotitie is door het ministerie ter inzage gelegd op ondermeer de gemeentehuizen van Dongeradeel in Dokkum en De Marne in Leens, en is ook beschikbaar op de NAM website, www.nam.nl
De startnotitie geeft een globale omschrijving van de activiteiten die de NAM wil uitvoeren voor het in productie nemen van een zevental gasvelden, waarvan er zes onder de Waddenzee zijn gelegen. Het betreft velden die in de jaren '90 al zijn aangeboord: Nes, Moddergat, Lauwersoog-C, West en Oost, alsmede Vierhuizen-Oost en West. Hoewel Vierhuizen-Oost slechts voor een gering deel en Vierhuizen-West in het geheel niet onder de Waddenzee ligt, heeft de NAM gemeend ook het in productie nemen van deze velden te beschrijven in het MER, om eventuele effecten van de gaswinning, met name op het kombergingsgebied Zoutkamperlaag, in samenhang te kunnen bekijken. Adjunct-directeur Rien Herber verklaarde dat de NAM inmiddels met verschillende belanghebbenden in overleg is getreden. "We streven naar een zo groot mogelijk draagvlak voor het winnen van Waddengas en denken dat constructief overleg met alle partijen kan leiden tot het optimaal gebruiken van aanwezige wetenschappelijke kennis en inzichten." "Belangrijkste onderwerp daarbij is te bepalen hoe het door de Commissie Meijer ontwikkelde concept van de milieugebruiksruimte en de daaraan gekoppelde gaswinning met de hand aan de kraan moet worden ingevuld," zo zei Herber verder. "Overleg met verschillende overheden en wetenschappers, maar ook met milieuorganisaties als Natuurmonumenten en de Waddenvereniging, kan daarvoor de bouwstenen leveren." De NAM is van plan om de zeven gasvelden te gaan produceren vanaf drie bestaande locaties, Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen. Het is de bedoeling dat die worden omgevormd tot zogeheten satelliet-locaties, waar de gasdruk wordt verlaagd. Daarvoor hoeven slechts zeer beperkte faciliteiten geïnstalleerd te worden. De plannen behelzen dat het gas vervolgens vanaf deze locaties onbehandeld via pijpleidingen naar de nabijgelegen, bestaande installaties Anjum en Grijpskerk wordt getransporteerd, waar de eigenlijke behandeling plaatsvindt. De NAM heeft de Minister van Economische Zaken gevraagd om invulling te geven aan het eerder door het kabinet geuite streven om de vergunningverlening via de zogeheten rijksprojectenprocedure te laten verlopen. Het afgeven van vergunningen door ondermeer rijk, provincies en gemeentes kan dan optimaal worden gecoördineerd. Herber: "Niet alleen verlopen de procedures dan sneller, ze zijn ook transparanter." Nadat de minister van Economische Zaken de richtlijnen daarvoor heeft uitgevaardigd, zal de NAM het milieu-effectrapport opstellen. In dit MER zal in detail worden beschreven wat de effecten van gaswinning zijn op zowel de Waddenzee, als op het Lauwersmeer en binnendijks land. De NAM verwacht dat het MER medio dit jaar gereed zal zijn en bij EZ kan worden ingediend. Tegelijkertijd kunnen dan de vergunningen bij de diverse autoriteiten worden aangevraagd.
Over de plannen De plannen betreffen het in productie nemen van zeven gasvelden. Het is de bedoeling dat op de locatie Moddergat het gas uit de velden Nes en Moddergat zal worden geproduceerd, en op de locatie Lauwersoog het gas uit drie Lauwersoog-velden (Lauwersoog-C, West en Oost). De locatie Vierhuizen gaat dienen voor het winnen van gas uit de velden Vierhuizen-Oost en West.
De NAM is voornemens het gas uit Moddergat en Lauwersoog via nieuw aan te leggen pijpleidingen (van respectievelijk 7 en 10 kilometer) naar de NAM-locatie Anjum te transporteren. Het gas uit Vierhuizen zal in de plannen via een nieuwe pijpleiding naar de locatie Munnekezijl worden gebracht, vanwaar het via een al bestaande pijpleiding naar Grijpskerk gaat. Op de gasbehandelingsinstallaties Anjum en Grijpskerk wordt het gas dan gedroogd. Dit houdt in dat van nature aanwezige vloeistoffen - water en condensaat, een soort benzine - van het gas worden afgescheiden.