Menig schip op én onder water

Gepubliceerd op 31 oktober 2005InternationaalAangemaakt door Dagblad vh Noorden (Robert de Roo)

Komende woensdag en donderdag houden Denemarken, Duitsland en Nederland op Schiermonnikoog hun vierjaarlijkse conferentie over de Waddenzee. In een reeks korte artikelen belicht Dagblad van het Noorden de belangrijkste thema's die spelen rond het wad. Vandaag: de scheepvaart

Scheepvaart en Waddenzee gaan al eeuwen samen. Amsterdam, was voordat het Noordzeekanaal gegraven werd, alleen bereikbaar via de Waddenzee en voormalige Zuiderzee, nu IJsselmeer. Voor diepstekende schepen waren ondiepe zandplaten van de Waddenzee echter onbevaarbaar. Ze moesten voor Texel en Vlieland voor anker om daar uitgeladen te worden in minder diepstekende schepen. De zich steeds verplaatsende geulen en banken en de spaarzame bebakening maakten de Waddenzee een zeer moeilijk bevaarbaar gebied. Honderden schepen vergingen door de eeuwen heen, wat de Waddenzee voor duikverenigingen een interessant gebied maakt. Het ondiepe water maakte de ontwikkeling van speciale schepen met platte bodems en zijzwaarden noodzakelijk. Tegenwoordig is de Waddenzee vaargebied voor de veerboten naar de verschillende eilanden, vissersschepen en pleziervaart. Bekende Nederlandse Waddenhavens zijn Oudenschild, Harlingen, Oost-Vlieland, West Terschelling, Nes, Schiermonnikoog, Lauwersoog en Noordpolderzijl. De toegenomen pleziervaart en activiteiten van de charterschepen van de bruine vloot zijn een bedreiging voor de natuurwaarden in het gebied. Om deze zoveel mogelijk te beperken nemen wadliefhebbers een erecode in acht, regels door de recreanten zelf opgesteld om overheidsregels te voorkomen en de schade te beperken. De indruk bestaat dat de afspraken redelijk goed worden nageleefd.