Grimmige hekken bederven de Waddenreis

Gepubliceerd op 15 juli 2005RecreatieAangemaakt door Leeuwarder courant (Door: Peter Karstkarel)

Naar de Waddeneilanden voor een dag, een weekeinde of een echte vakantie is een feest. Ook als ik er voor werk of andere verplichtingen naar toe moet, voelt en ruikt het op de boot al helemaal naar vakantie. Toch is er iets wat me bij de reis tegenstaat: de grimmige terminals. Strenge douanecontroles ontbreken er nog aan.

De toeristenindustrie van de eilanden doet zijn best om alle accommodaties volgeboekt te krijgen. Ze proberen ons, klanten, wijs te maken dat het er ook buiten juli en augustus goed toeven is. Ze hebben het gelijk aan hun zijde, zelfs in de winter is het er heerlijk. En juist dan zijn de dranghekken bij Harlingen, Holwerd en Lauwersoog ondragelijk en grotesk. Bij wat somber weer is het alsof je naar Elba of Sint-Helena wordt verbannen. De vertrek- en aankomstplaatsen, die de wat beladen term 'terminals' kregen, alsof het einde echt nadert, irriteren me in toenemende mate. Het valt in de rustige maanden sterker op dan tussen de vrolijke vakantiemassa's. Deze ongastvrije onoorden bederven mijn plezier in de overtocht over de Waddenzee, hoe vriendelijk de dames aan de loketten ook zijn.

Bij de heenreis valt het nog mee; het verblijf op Vlieland, Terschelling, Ameland of Schiermonnikoog ligt immers in het verschiet. Maar bij de terugreis welt een ellendig gevoel op. Dan droom je niet meer weg maar sta je in een werkelijkheid die niet mensvriendelijk is.

Aan beide zijden van de ondiepe Waddenzee worden de gasten na wat paviljoens van onbestemde snit als vee in 'jisters' van hoge, onbarmhartige hekken gedreven. Tuurlijk, de overtocht is kostbaar en de logistieke dienstverlening moet worden beschermd tegen mensen die zonder geldig vervoersbewijs willen oversteken. Maar waarom eerst de onwaardige veedrijverij en dan nog eens een kaartcontrole bij de toegang van de veerboten?

Zouden er zoveel verstekelingen durven binnenglippen als de hekken half zo hoog waren? Op de vaste wal zijn de maatregelen veel heviger dan op de eilanden. Bij Holwerd zitten zelfs vervaarlijke punten op de hoge hekken, alsof de bank van Monaco erachter staat. Op de eilanden is de hekkenboel wat bescheidener. Maar daar kunnen ze gerust verdwijnen, want op de terugreis wordt immers niet gecontroleerd.

Mogelijk zijn ze nodig voor het in de hand kunnen houden van grote mensenmassa's. Het volk moet gereguleerd worden, want zelfs de nette burger heeft de neiging voor te kruipen of zichzelf naar voren te vechten, om afhankelijk van het weer het beste plaatsje in de salon of op het dek te bemachtigen.

Maar heren Doeksen en Wagenborg: we reizen allemaal, misschien met uitzondering van een paar eilanders, voor ons plezier. En als er dan gehekt moet worden, kan het dan met wat minder, kan het op een gastvrijer, vriendelijker wijze? Er staan nu hekken in een hoeveelheid en van een maat die passen bij het in de hand houden van hooligans bij risicowedstrijden.

Een flink aantal hekken kan worden beperkt tot het hoogseizoen en dan kunnen ze zelfs bij topdrukte half zo laag. En ze kunnen in elk geval vriendelijk worden beplant of worden geschilderd in strandgeel, helmgrasgroen of zeeblauw.

Maar eigenlijk ben je er met wat knippen, scheren en verven nog niet. Na een grondige analyse van wat op zo'n terminal nu allemaal gebeurt en wat nodig en aardig is aan gebouwen en terreininrichting, zou een slimme ontwerper er mee aan de slag moeten. Of liefst: veel ontwerpers via een prijsvraag.

Dit is een mooi thema voor de volgende Dag of Nacht van de Architectuur. Een paar weken geleden speelden de architecten op het thema 'de zondvloed' allemaal hetzelfde deuntje met terpjes en ringdijkjes. De schreeuw om een vriendelijker aanpak van de veerdienstterminals zou veel prikkelender en minder voorspelbare oplossingen op kunnen leveren.