Giftige vlamvertrager stapelt zich op in dolfijn
Texel - NIOZ-onderzoeker Jan Boon en zijn collega's hebben ontdekt dat één vorm van de giftige stof HBCD zich in dolfijnachtigen opstapelt. De andere twee vormen worden door de dieren omgezet.
HBCD vervangt ten dele andere vlamvertragers, die in Europa al verboden zijn. Of HBCD ook minder schade aan het milieu berokkent, is volgens de onderzoekers nog maar de vraag. De resultaten worden binnenkort in het
wetenschappelijke tijdschrift 'Environmental Science & Technology'
gepubliceerd.
HBCD, hexabroomcyclododecaan, is een veelgebruikte vlamvertrager in
isolatieschuim en meubelkleding. Van de drie vormen van HBCD vond
onderzoeker Jan Boon van het Koninklijk Nederlands Instituut voor
Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel alleen de alfa-variant terug in het
spek van bruinvissen en gewone dolfijnen. Aan het onderzoek werkten
ook Bart Zegers van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem
Dynamica (Universiteit van Amsterdam), Timo Hamers van het Instituut
voor Milieuvraagstukken (Vrije Universiteit) en Graham Pierce van de
Universiteit van Aberdeen mee.
De onderzochte bruinvissen en dolfijnen waren gestrand op de kusten
van Schotland, Ierland, Nederland, België, Frankrijk en
Noordwest-Spanje. De dieren van de Ierse Zee en de westkust van
Schotland hadden veruit het meeste HBCD in hun spek. De onderzoekers
vermoeden dan ook dat het HBCD in de dieren afkomstig is uit de Ierse
Zee. De vlamvertrager ontregelt de schildklierhormoon huishouding en
de werking van het zenuwstelsel in zoogdieren.
De alfa-variant van HBCD vormt maximaal tien procent van het mengsel
van de drie vormen van HBCD die de industrie als vlamvertrager
gebruikt. De drie varianten onderscheiden zich door de manier waarop
de broomatomen aan de koolstofatomen van HBCD zitten. Met een nieuwe
analysemethode konden de onderzoekers de drie vormen onderscheiden. Zo
ontdekten ze dat alleen de alfa-variant zich in zeezoogdieren, zoals
dolfijnen, opstapelt.
Zeehond
De twee andere vormen, de zogenaamde bèta- en gamma-variant, worden
door de dieren omgezet. Het enzymcomplex cytochroom P450 in de lever
speelt hierin een belangrijke rol. Dit complex voegt zuurstof toe aan
het HBCD. Het P450-complex kan geen zuurstof aan de alfa-variant
toevoegen. Dit komt door subtiele verschillen in de ruimtelijke
structuur van de moleculen van de alfa, bèta- en gamma-variant. Omdat
het alfa-HBCD niet wordt omgezet, stapelt het zich op in vetrijke
weefsels, zoals het spek, van zeezoogdieren.
Om te onderzoeken hoe het cytochroom P450 in de lever het HBCD omzet,
gebruikten Boon en zijn collega's preparaten van levers van ratten.
Ook gebruikten ze de lever van een nog zeer verse, op Texel
aangespoelde dode zeehond.
................................
Meer informatie bij:
* dr. Jan P. Boon (NIOZ)
* t: +31 (0)222 369 466, m: +31 (0)6 20 96 30 97, boon@nioz.nl
* meer informatie over het NIOZ op www.nioz.nl