Giftige vlamvertrager stapelt zich op in dolfijn

Gepubliceerd op 29 maart 2005Onderzoek en MonitoringAangemaakt door Via INP Nieuwsbank: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Texel - NIOZ-onderzoeker Jan Boon en zijn collega's hebben ontdekt dat één vorm van de giftige stof HBCD zich in dolfijnachtigen opstapelt. De andere twee vormen worden door de dieren omgezet.

HBCD vervangt ten dele andere vlamvertragers, die in Europa al verboden zijn. Of HBCD ook minder schade aan het milieu berokkent, is volgens de onderzoekers nog maar de vraag. De resultaten worden binnenkort in het

wetenschappelijke tijdschrift 'Environmental Science & Technology'

gepubliceerd.

HBCD, hexabroomcyclododecaan, is een veelgebruikte vlamvertrager in

isolatieschuim en meubelkleding. Van de drie vormen van HBCD vond

onderzoeker Jan Boon van het Koninklijk Nederlands Instituut voor

Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel alleen de alfa-variant terug in het

spek van bruinvissen en gewone dolfijnen. Aan het onderzoek werkten

ook Bart Zegers van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem

Dynamica (Universiteit van Amsterdam), Timo Hamers van het Instituut

voor Milieuvraagstukken (Vrije Universiteit) en Graham Pierce van de

Universiteit van Aberdeen mee.

De onderzochte bruinvissen en dolfijnen waren gestrand op de kusten

van Schotland, Ierland, Nederland, België, Frankrijk en

Noordwest-Spanje. De dieren van de Ierse Zee en de westkust van

Schotland hadden veruit het meeste HBCD in hun spek. De onderzoekers

vermoeden dan ook dat het HBCD in de dieren afkomstig is uit de Ierse

Zee. De vlamvertrager ontregelt de schildklierhormoon huishouding en

de werking van het zenuwstelsel in zoogdieren.

De alfa-variant van HBCD vormt maximaal tien procent van het mengsel

van de drie vormen van HBCD die de industrie als vlamvertrager

gebruikt. De drie varianten onderscheiden zich door de manier waarop

de broomatomen aan de koolstofatomen van HBCD zitten. Met een nieuwe

analysemethode konden de onderzoekers de drie vormen onderscheiden. Zo

ontdekten ze dat alleen de alfa-variant zich in zeezoogdieren, zoals

dolfijnen, opstapelt.

Zeehond

De twee andere vormen, de zogenaamde bèta- en gamma-variant, worden

door de dieren omgezet. Het enzymcomplex cytochroom P450 in de lever

speelt hierin een belangrijke rol. Dit complex voegt zuurstof toe aan

het HBCD. Het P450-complex kan geen zuurstof aan de alfa-variant

toevoegen. Dit komt door subtiele verschillen in de ruimtelijke

structuur van de moleculen van de alfa, bèta- en gamma-variant. Omdat

het alfa-HBCD niet wordt omgezet, stapelt het zich op in vetrijke

weefsels, zoals het spek, van zeezoogdieren.

Om te onderzoeken hoe het cytochroom P450 in de lever het HBCD omzet,

gebruikten Boon en zijn collega's preparaten van levers van ratten.

Ook gebruikten ze de lever van een nog zeer verse, op Texel

aangespoelde dode zeehond.

................................

Meer informatie bij:

* dr. Jan P. Boon (NIOZ)

* t: +31 (0)222 369 466, m: +31 (0)6 20 96 30 97, boon@nioz.nl

* meer informatie over het NIOZ op www.nioz.nl