Drie alternatieven voor water in zoutwingebied

Gepubliceerd op 19 juli 2005MilieuAangemaakt door Leeuwarder Courant

Franeker - Onderzoekers van Arcadis en TNO-NITG moeten voortvarend gaan rekenen aan drie varianten voor de waterhuishouding in het zoutwingebied Barradeel II.

Het Wetterskip Fryslân vreest dat een traditionele oplossing in de strijd tegen de verzilting, zal leiden tot de komst van veel kunstwerken en peilgebiedjes. Het waterschap zoekt naar een ,,robuust en veerkrachtig'' systeem.

De Friese waddenkust heeft met verzilting te maken. In het verleden liep er de Riedslenk, die veel zout in de bodem heeft achtergelaten. Door druk van de stijgende zeespiegel aan de ene kant, en peilverlaging van het oppervlaktewater aan de andere kant, komt kwel onder de dijk door. Bodemdaling - mede als gevolg van zoutwinning - draagt daartoe bij. Aanpassingen in de waterhuishouding worden daarom deels betaald door Frisia Zout.

Tegenstanders van de zoutwinning lieten gisteravond tijdens een bijeenkomst van Wetterskip Fryslân hun bedenkingen horen. Het waterschap moet ervoor zorgen dat de huidige hoogwaardige landbouw in het gebied kan blijven bestaan. De boeren vinden dat het waterschap moet zeggen dat het dit niet kan garanderen als de zoutwinning doorgaat. ,,Maar dat kunnen we alleen als we argumenten hebben, en daarom moeten we de boel laten berekenen'', zei Herre Kingma.

Volgens de ontginningsvergunning mag Frisia Zout winnen tot de bodemdaling 30 centimeter bedraagt. Daar zijn alle plannen op gebaseerd. Mocht Frisia nog meer zout willen winnen (wat volgens haar concessie mag), dan moet het bedrijf opnieuw een ontginningsvergunning aanvragen. ,,Maar wij willen dat niet, dus gaan we daar nu ook geen berekeningen op loslaten'', zei Jeannet Bijleveld van het waterschap.

Arcadis en TNO-NITG hebben ervaring met onderzoek naar verzilting. Een hulpmiddel is meer zoet (regen)water in de bodem te laten zitten in een soort 'lens'. De boer verbouwt zijn groente dan op deze bel en is minder afhankelijk van het zoutere slootwater. Nadeel van dit systeem is dat er minder ruimte blijft om overtollig regenwater op te vangen.

De onderzoekers stellen sowieso voor de drooglegging op scherp te zetten. ,,Dan is er nog steeds sprake van een niveau voor hoogwaardige landbouw'', benadrukte Niek de Boer van Arcadis. Het peil onder grasland kan omhoog van - 1,10 naar -0,90 meter, dat onder akker- en tuinbouw van -1,40 (soms -1,60) naar -1,20. In variant 1 bieden verbrede sloten en enkele afgegraven percelen het waterschap een waterbuffer.

Een tweede optie is de oude slenk te gebruiken om zoute kwel in af te vangen, door er het peil met 60 tot 70 centimeter te verlagen en dat in de vaart met 20 centimeter. De Boer: ,,Droogteschade schiet dan omhoog. Kosten zullen zitten in bedrijfsverplaatsing en vergoedingen.'' Het gebied vormt dan ook een kom voor opvang van regen.

De omgekeerde variant vormt een natte zone rond de Ried. Deze van nature lager gelegen strook biedt dan tegendruk tegen de opkomende kwel. ,,Hierbij zou je het gebied extreem vernatten, het peil in de vaart met 10 en de rest met 60 tot 75 centimeter verhogen.'' Akkerbouw is hier dan niet meer mogelijk.

In variant 2 kan 'zettingsschade' ontstaan. André Zijlstra vroeg zich af of het waterschap denkt aan andere bewoners dan de boeren. ,,Inderdaad'', zei De Boer. ,,Rond bebouwing moet je met die peilverlaging oppassen. Eventuele kosten van aanpassingen moet je meewegen.''

De alternatieven bieden ruimte voor recreatie en toerisme. Ook wordt nagedacht over teelt van bijvoorbeeld gewassen die geschikt zijn voor energiewinning. In september presenteren de onderzoekers en het waterschap de uitgewerkte varianten.