De dissidenten van het Wad

Gepubliceerd op 1 maart 2005Sociaal-economischAangemaakt door Leeuwarder Courant

'Scheuring dreigt binnen Waddenclub' kopte deze krant gisteren. Dat was te voorspellen, sinds het bestuur zijn vrijage met de NAM wereldkundig maakte.

De eerste die zijn consequenties trok en het lidmaatschap opzegde, was wadschilder Geurt Busser. Hij sprak van aardgasfraude. Wietske Jonker uit het Drentse Vries voert nu binnen de vereniging het verzet aan van een aantal verontruste leden dat vreest dat men zich door de NAM laat inpakken.

Die actie lijdt bij voorbaat schipbreuk, als we directeur Hans Revier mogen geloven. Volgens hem zal een meerderheid van de leden de koers van voorzitter Leendert Bikker steunen. Dit is geen tactische opmerking. Immers, Jonker en de haren zien Bikker als het paard van Troje, dat door de NAM bij de Waddenvereniging is geparachuteerd. Zij worden nu door Revier in die visie bevestigd.

De kwestie is dat de Waddenvereniging zich heeft neergelegd bij haar verlies. Het is haar niet gelukt om de politiek ervan te overtuigen dat gaswinning onder geen enkele voorwaarde mag plaatsvinden in de Waddenzee. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft in gaswinning toegestemd. Om niet helemaal buiten spel komen te staan, heeft het bestuur daarom een draai van 180 graden gemaakt. Door bij de NAM en het ministerie van economische zaken aan tafel te schuiven wanneer die gezamenlijk een winningsplan uitwerken, hoopt het zijn invloed te kunnen gebruiken. ,,Daar willen wij een vinger bij in de pap hebben'', zegt voorzitter Bikker in zijn uitleg op de site van de vereniging. ,,Je bent als natuurbeschermingsorganisatie voor de Waddenzee geen knip voor de neus waard als je je daar niet tegenaan bemoeit."

Hoeveel zal zij als overlegpartner waard zijn? De NAM was erg in haar nopjes met de handreiking van haar tegenstander. Uit de 'aftastende gesprekken' die er zijn geweest, leidde woordvoerder Reinier Treur onlangs af dat er ,,serieuze kansen zijn om het onderling eens te worden." Hij wijst erop dat de NAM veel belang hecht aan een goede verstandhouding met de milieubeweging. De tijd dat ze als twee kemphanen tegenover elkaar stonden, is voorbij. Daar heeft de vorig jaar afgetreden algemeen directeur van de Waddenvereniging, Henk Tameling ook het zijne toe bijgedragen. Tameling heeft de weg naar gaswinning geplaveid en pleitte zelfs voor opheffing van de vereniging.

Dat laatste is (nog) niet aan de orde, maar dat er binnen de top van de club een mentaliteitsverandering is opgetre den, is zonneklaar. Wietske Jonker c.s. zijn hiervan niet gediend. Wie tegen gaswinning is, omdat het in strijd is met de Europese vogelrichtlijnen, moet geen politieke koehandel drijven met de NAM, maar moet naar de rechter stappen, vinden zij. Het bestuur van de Waddenvereniging wil dit middel tot het laatst bewaren: als zij het niet eens mocht worden met de NAM. Wie zijn hier de echte dissidenten? Wietske Jonker en haar medestanders, die de harde lijn voorstaan, of het bestuur? Welbeschouwd staan de eersten nog vierkant achter de oorspronkelijke actie-doelstelling van de vereniging: alle aanslagen op de Waddenzee tot elke prijs verijdelen. De vereniging is in de loop van de jaren echter geëvolueerd van actiegroep tot professionele organisatie, wat tot een andere attitude van de bestuurders heeft geleid en meer dan eens tot botsingen- met-slachtoffers. De bestuurders zijn berekenende politici geworden.

In feite zijn het dus de huidige bestuurders die dissident gedrag zijn gaan vertonen, in de woorden van Geurt Busser: ,,Zij staan met het gezicht naar Den Haag en met de rug naar het Wad." Het is een wreed soort ironie dat degenen die een consequente strijd voeren, nu veroordeeld zijn tot de rol van dwarsligger en potentiële scheurmaker. Het is een schrale troost dat zij straks met opgeheven hoofd de arena verlaten, waar de anderen hun hoofd allang hebben gebogen.

Harje