'Degelijk Waddenzee-onderzoek vereist meer geld'

Gepubliceerd op 8 februari 2005Sociaal-economischAangemaakt door RUG (Wim Wolff), via INP Nieuwsbank

Het kabinet moet meer geld beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek in de Waddenzee.

De één miljoen euro per jaar die het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) geeft voor de vorming van de zogeheten Waddenacademie is bij lange na niet genoeg. Zeker niet als het geld zo verdeeld wordt als minister Sybille Dekker wil. Dat vindt Wim Wolff, hoogleraar mariene biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Wolff twijfelt zelfs aan het nut van deelname aan het onderzoeksproject.

In april 2004 verscheen het rapport "Ruimte voor de Wadden" opgesteld

door de Adviesgroep Waddenzeebeleid. Die adviesgroep, ook bekend als

de Commissie Meijer, was ingesteld om het kabinet te adviseren over

verschillende knelpunten in het waddengebied: gaswinning, schelpdiervisserij en natuurbehoud. Een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie was het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek. Daarvoor werd het voorstel voor de Waddenacademie gedaan, een samenwerkingsverband van verschillende instellingen - waaronder de RUG - waar kennis over de Waddenzee gebundeld wordt. Voor het opzetten van de academie is volgens Meijer c.s. dertig miljoen euro nodig, plus nog tien miljoen euro per jaar.

Gaswinning volgen

"Van een dergelijk bedrag kun je heel wat dingen doen," zegt Wolff.

"Je zou een mooi programma kunnen opzetten met onderwijs, voorlichting

aan het publiek en toegepaste projecten. Je zou bijvoorbeeld kunnen

kijken naar een monitoringsysteem voor gaswinning. Als je gas wilt

winnen met je hand aan de kraan, dus op zo'n manier dat het de natuur

niet schaadt en je onmiddellijk kunt ingrijpen, hoe doe je dat dan. Of

je zou kunnen kijken wat je kan doen aan de Japanse oesterplaag, een

soort schelpen die hier oorspronkelijk niet voorkomt maar wel

gaandeweg de Waddenzee overneemt." Verder zou uitgebreid fundamenteel

onderzoek gedaan moeten worden: "Van allerhande processen die in de

Waddenzee spelen, hebben we modellen. Die zouden we graag koppelen om

tot een groter overzicht te komen. Er zijn nog voldoende verschijnselen waarvan we denken: `hoe kan dat nou?' Waarom is bijvoorbeeld de jonge vis bijna uit de Waddenzee verdwenen? Het ligt voor de hand om te denken dat zoiets door overbevissing komt, maar dat is uiteindelijk nog maar de vraag," aldus Wolff.

Twijfel over deelname

De hoogleraar is beslist niet te spreken over de reactie van het

kabinet op het Rapport Meijer. Minister Sybille Dekker van VROM wil

niet meer dan een miljoen euro per jaar beschikbaar stellen. Inmiddels

heeft de minister ook laten weten hoe dat geld globaal verdeeld moet

worden: de helft voor personele kosten en overhead, de andere helft

voor onderzoek. "Een half miljoen euro is peanuts als je serieus

onderzoek wil doen naar de Waddenzee. Dat geld moet ook nog over

verschillende onderzoeksdisciplines verdeeld worden dus per vakgebied

hou je een ton, anderhalf ton over. Als je het vervolgens hebt over

ecologisch onderzoek, dan moet dat geld ook nog verdeeld worden over

een aantal instellingen." Wolff twijfelt of de Rijksuniversiteit

Groningen onder deze omstandigheden wel deel moet nemen aan de

Waddenacademie. "Als het om zo weinig geld gaat, moet je jezelf

afvragen of we wel mee moeten doen. Het levert de instelling vrij

weinig op en je krijgt er wel een hoop regelwerk en bureaucratie voor

terug."

Curriculum Vitae

Wim Wolff (1940) studeerde biologie in Leiden, waar hij in 1973

promoveerde. Vanaf 1965 werkte hij voor verschillende

wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, ondermeer in Yerseke en op

Texel. Daarna werd hij wetenschappelijk directeur van het

Rijksinstituut voor Natuurbeheer in Wageningen, het huidige Alterra.

Daarnaast was hij deeltijd hoogleraar aquatische ecologie aan de

Wageningse universiteit. Wolff is sinds 1996 verbonden aan de

Rijksuniversiteit Groningen als hoogleraar mariene biologie. Hij is

sinds het midden van de jaren zeventig, toen de eerste vergunning voor

gasboringen in de Waddenzee moest worden beoordeeld, betrokken bij

onderzoek naar de gevolgen van menselijke activiteiten op het Wad.