Controle op zeesmokkel faalt

Gepubliceerd op 7 april 2005VeiligheidAangemaakt door Leeuwarder Courant

DEN HAAG Ministeries houden veel minder toezicht op smokkel, olielozingen en illegale visserij op de Noordzee en Waddenzee dan ze zelf wensen.

Er worden veel minder vlieg- en vaaruren gemaakt dan wordt gevraagd. Doordat niet duidelijk is waarom er zoveel vlieg- en vaaruren nodig zijn, is ook niet duidelijk wat de risico's zijn van te weinig controle, concludeert de Algemene Rekenkamer vandaag in een rapport over de kustwacht.

Het kabinet zal beter moeten aangeven wat het wil bereiken met de kustwacht en daar de middelen op moeten afstemmen. Pas dan is na te gaan hoe effectief het toezicht is, meent de Rekenkamer.

Vooral het aantal uren waarbij vliegtuigen de scheepvaart in de gaten houdt, blijft nu sterk achter. Van de 6716 uren die de ministeries vorig jaar claimden, haalden ze er slechts 2170. Dit jaar gaat het verder naar beneden doordat Orion-patrouillevliegtuigen van de marine verkocht zijn en pas volgend jaar vervangers beschikbaar zijn. Met de varende controles blijft het rijk 3300 uren achter bij de beoogde 17.453 uren. Pogingen om de douane en waterpolitie samen te laten uitvaren, strandden doordat de verplichte rusttijden van de agenten niet vallen te combineren met de vaartijden van de douaniers.

Moderne communicatieapparatuur zorgt ervoor dat het verrassingseffect van kustwachtacties vermindert. Schippers zijn vaak op de hoogte van de komst van de inspecteurs en kunnen verboden goederen verstoppen of overboord gooien. Het gebruik van mobiele telefoons in plaats van marifoons door de recreatievaart vertraagt reddingsacties, doordat redders niet meer direct via de ether horen dat een schip in nood is.

De Rekenkamer constateert dat de reddingsacties op het IJsselmeer problematisch zijn omdat de Kustwacht en de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij (KNRM) onvoldoende manschappen hebben om daar tijdig in te grijpen.