Beperkt verzet tegen wad op erfgoedlijst
DEN HAAG - Het overgrote deel van de bewoners en bezoekers van het Waddengebied heeft geen bezwaar tegen de werelderfgoedstatus voor de zee.
Ruwweg één op vijf mensen verzet zich, maar 50 tot 60 procent is voorstander. De rest maakt het niet uit. Dit leert een grootschalige enquête van het ministerie van landbouw. Al voegt het departement er onmiddellijk aan toe dat de uitslag niet representatief is en dat die slechts een indicatie is hoe de mensen denken.
Het ministerie heeft huis aan huis en op informatieavonden ruim honderdduizend enquêteformulieren verspreid. Er zijn 3200 teruggestuurd. Dat biedt volgens ambtenaar Kees van Es van het ministerie geen waterdichte garantie dat de uitkomst 100 procent betrouwbaar is. Mensen kunnen zowel het thuisformulier als dat van de informatieavond hebben ingestuurd. ,,Maar wij gebruiken het als vingerwijzing.'' Tegenstanders zijn volgens Van Es onterecht bevreesd dat de status extra beperkingen inhoudt.
Voor landbouwminister Cees Veerman zal de uitslag een bevestiging zijn dat er voldoende steun is om volgende week met Duitsland en Denemarken de nominatie van tweederde deel van de Waddenzee voor de Unesco-lijst in gang te zetten. Eerder bleek dat de meeste overheden achter hem staan en donderdag maakte de Tweede Kamer de weg vrij. De invullers van de enquête geven aan vooral de rust, ruimte en weidsheid van het gebied te waarderen.
Op de waddenconferentie op Schiermonnikoog komen volgende week naast de erfgoedlijst ook tal van andere onderwerpen aan de orde. Nederland wil afspraken maken over de veiligheid van de scheepvaart, het Waddenzeeforum, het onderling afstemmen van het doorvoeren van Europese natuurrichtlijnen en het verbieden van windmolens binnen de 12-mijlszone langs de eilanden op de Noordzee.
Dit laatste punt betekent dat Duitsland en Denemarken hun bestaande parken binnen de zone niet mogen uitbreiden al mogen de turbines daar wel blijven. Molens in de Waddenzee zijn al taboe.