Waddengemeenten bepalen Werelderfgoedmelding
De Waddengemeenteraden zullen hoogstwaarschijnlijk gaan uitmaken of het Waddengebied wordt aangemeld voor de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Dat bleek dinsdagavond tijdens de consultatieavond op Terschelling, de eerste van een reeks op de vijf Nederlandse Waddeneilanden.
Minister Veerman van LNV wil weten of er draagvlak is bij de bewoners van het Waddengebied en legt die vraag neer bij de gemeenten. Wethouder Wiebe de Haan zei te verwachten dat uiteindelijk deze vraag terecht komt bij de gemeenteraad, omdat dit de minste omhaal en kosten voor de gemeente met zich meebrengt. Het ministerie van LNV ondersteunt de gemeenten in het consultatieproces en aan het eind van dit jaar zal de gemeentebesturen worden gevraagd hoe ze het draagvlak onder de bevolking inschatten. Volgend jaar november is de trilaterale Waddenconferentie op Schiermonnikoog en daar moet de knoop worden doorgehakt of de drie landen het hele Waddengebied van Denemarken tot en met Nederland gaan voordragen. Tijdens deze goed bezochte informatieavond werden zowel sceptische als positieve geluiden gehoord over een Werelderfgoedstatus voor het Wad. Angst was er voor meer regeltjes, positief was men over de waardering voor het gebied en wereldwijde bekendheid die deze status met zich meebrengt. Meer regels zal de Unesco niet stellen, zo werd benadrukt. Er komen geen nieuwe regels of wetten bij als gevolg van de erkenning als Werelderfgoed, omdat de eigen wet- en regelgeving van kracht blijft. "Alles wat voorheen werd toegestaan, blijft toegestaan. Ook worden geen regels afgeschaft door de nominatie, en bestuurlijk verandert er niets. Als er iets niet meer mag, is dat een zaak van de gemeente, provincie, pkb, etc. Niet van de Unesco", aldus Gerrit van Brakel van LNV. De status werd vergeleken met een Michelinster in de horeca. "Het is een soort prijs, die je gratis krijgt, het is een erkenning dat men goed op de winkel heeft gepast", zo hielden de voorlichters het 50-tal aanwezigen voor.
Tussen de aanwezigen zaten echter enkelen die wantrouwig waren. Dat de Unesco geen extra regels oplegt, geloofde men, maar over de indirecte gevolgen van een dergelijke status was men minder gerust. Bijvoorbeeld dat de overheid, of Europa, de status zal ge-, of volgens de sceptici zal misbruiken om toch via een omweg scherpere regelgeving door te voeren. Willem Mier zei slechte ervaringen met de overheid te hebben en hij wees op de teleurstellende ervaringen met de uitsterfregeling omtrent de konijnenjacht op de Boschplaat, die van de ene op de andere dag aan de kant werd geveegd. "De Werelderfgoedstatus mag niet als excuus dienen om iets te verbieden", aldus Van Brakel.
De reden, waarom het Waddengebied volgens de overheid op de erfgoedlijst moet, is dat diezelfde overheid zich verplicht heeft alle gebieden die in aanmerking komen aan te wijzen. "De minister wil een goed besluit en weten of er draagvlak is, vandaar deze consultatieronde." De Unesco op zijn beurt is een organisatie die zich onder meer ten doel stelt de waarden van bijzondere en unieke gebieden bekend te maken met als achtergrondgedachte dat alle landen worden uitgenodigd het mooie dat ze te bieden hebben aan elkaar te tonen en bekend te maken, zodat iedereen kan meegenieten, ook in de hoop dat alle landen het erfgoed goed zullen beschermen en bewaren voor volgende generaties. Nederland telt op dit moment zes werelderfgoederen. Aanwezig deze avond was Jaap Dik, vertegenwoordiger van de Beemster, een van de Werelderfgoederen, die benadrukte dat ook in zijn gemeente eerst wantrouwen heerste. "Nu is dat na vijf jaar veranderd in een gevoel van trots", aldus Dik.