Vergunning mosselzaadvisserij najaar 2004

Gepubliceerd op 27 september 2004VisserijAangemaakt door St. Wilde Kokkels

Natuurbeschermingsorganisaties verenigd in het Breed Overleg Schelpdiervisserij hebben onlangs minister Veerman van LNV een brief gestuurd met betrekking tot de najaarsmosselzaadvisserij in de Waddenzee.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

T.a.v. minister dr C.P. Veerman

Datum: Harlingen, 24 september 2004

Kenmerk: HR/SO/H04091

Geachte heer Veerman,

De organisaties, verenigd in het Breed Overleg Schelpdiervisserij, reageren met dit schrijven op de door uw ministerie verleende vergunning voor mosselzaadvisserij in de Waddenzee in het najaar van 2004 (kenmerk DRZ/04/3777/MV/SM).

In deze vergunning verleent u toestemming voor het opvissen van een hoeveelheid mosselzaad en halfwasmosselen uit de westelijke Waddenzee. De hoeveelheid zal na het uitbrengen van een advies door een expertgroep nader worden bepaald. Stabiele mosselbanken worden in het kader van deze vergunning niet bevist. De expertgroep zal advies uitbrengen welk deel van het mosselbestand als instabiel kan worden beschouwd.

Wij constateren dat uw ministerie met deze vergunning een duidelijke stap zet in de richting van een ecologisch verantwoorde visserij. Positieve elementen in deze specifieke vergunning zijn het niet bevissen van droogvallende platen en de beperking van de visserij tot een gedeelte van het sublitoraal. Alhoewel wij enkele punten van zorg houden, die wij hieronder zullen toelichten, waarderen wij de door u genomen maatregelen.

Alles overwegende hebben wij besloten onze bezwaren ditmaal niet te vertalen in formele bezwaarschriften, maar ze aan u voor te leggen middels deze brief. Wij hopen dat u onze argumenten wilt betrekken bij de praktische uitwerking van deze vergunning en bij het opstellen van het nieuwe beleidsvoorstel schelpdiervisserij.

Wij willen hierbij aantekenen dat het inslaan van de weg naar ecologische duurzaamheid niet betekent dat de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden ‘op slot gaan’, zoals sommigen beweren. Wij ondersteunen de door u van de mosselsector gevraagde innovatieslag naar duurzame productie-methoden, waardoor de natuur in de Waddenzee en de Delta in de toekomst wordt ontzien. Als de mosselsector welbewust die keuze maakt, kan zij in de overgangsperiode rekenen op een constructieve houding onzerzijds.

Instabiele mosselbanken

Onze eerste reden tot zorg betreft het ontbreken van een duidelijke definitie van de term “instabiele mosselbank”. In de vergunning wordt hiervoor verwezen naar het risico van wegstormen. Stormgevoelige locaties zijn echter niet per definitie ongeschikt als groeilocatie voor mosselbanken. Door de hoge dynamiek op deze locaties wordt er veel voedsel aangevoerd waardoor de mosselbanken die daar standhouden zich ontwikkelen tot een bijzonder rijke biotoop. Een aantal stormgevoelige locaties dient in onze visie dan ook permanent gevrijwaard te blijven van mosselzaadvisserij.

De expertgroep

Een expertgroep zal op basis van de najaarsvergunning een advies uitbrengen over het deel van het bestand dat als instabiel kan worden beschouwd. Het is voor de eerste maal dat een groep deskundigen een advies dient uit te brengen over de aanwezigheid en kwaliteit van stormgevoelige sublitorale mosselbanken. Zoals gezegd ontbreekt zelfs een deugdelijke definitie. Ondergetekenden hechten aan onafhankelijkheid van deze expertgroep.

In Nederland is weinig kennis over sublitorale mosselbanken aanwezig. In Duitsland is hiermee meer ervaring opgedaan. Wij willen u dan ook vragen van deze kennis gebruik te maken en één of meerdere buitenlandse wetenschappers bij het opstellen van het advies te betrekken. U kunt hiervoor bijvoorbeeld Dr. Georg Nehls benaderen van BioConsult SH (Alte Landstr. 2 25875 Hockensbüll, Duitsland, tel. 04841-7709958, e-mail Georg.Nehls@t-online.de, website www.BioConsult-SH.de)

Advies expertgroep

De leden van het Breed Overleg Schelpdiervisserij hechten aan openbaarmaking van het volledige advies van de expertgroep.

Mosselkweek en Eidereenden

In de vergunning wordt verwezen naar een positief effect van mosselkweek op de totale aanwezigheid biomassa. Gemiddeld zou het hierbij om 15% meer productie gaan. In het EVA II eindrapport “The effects of shellfish fishery in the ecosystems of the Dutch Wadden Sea and Oosterschelde” wordt deze productieverhoging erkend. De auteurs waarschuwen echter voor negatieve effecten in slechte mosseljaren:

‘It is tentatively estimated that during the 1990s, mussel culture on average increased subtidal mussel stocks in the Dutch Wadden Sea by 15%. However, due to lack of data, it cannot be excluded that during years of scarcity, transport of mussels from culture lots in the Wadden Sea to culture lots in the Oosterschelde was increased, thereby increasing the food shortage of the common Eiders’ (blz 108).

Juist in jaren met weinig aanwezige mosselen is mogelijk sprake van een negatief effect op de aantallen Eidereenden. Volgens de laatste berichten in Visserijnieuws wordt er tijdens de recente najaarsinventarisatie slechts weinig zaad aangetroffen. Indien er inderdaad sprake is van een jaar met weinig mosselen menen wij aanvullende maatregelen van u te mogen verwachten.

Wij hopen met het besluit om geen formeel bezwaar te maken tegen onderhavige vergunning een bijdrage te leveren aan de verdere verduurzaming van de mosselkweek. Wij vertrouwen er op dat u onze opmerkingen zult betrekken bij de uitvoering van de verleende vergunning en de verdere uitwerking van het beleid. Een reactie op deze brief stellen wij zeer op prijs.

Hoogachtend,

Namens Waddenvereniging, Natuurmonumenten, It Fryske Gea, Stichting Wilde Kokkels, Stichting De Noordzee en Vogelbescherming Nederland

de heer drs J.M. Revier

Directeur Externe Betrekkingen Waddenvereniging

Voorzitter Breed Overleg Schelpdiervisserij

Cc: Fractiewoordvoerders Commissies LNV en VROM, Stichting ODUS