PvdA-statenfractie Groningen stelt schriftelijke vragen nav uitlatingen CdK Alders
De commotie die is ontstaan naar aanleiding van de uitlatingen van CdK Alders over boren in de Waddenzee is voor de PvdA-statenfractie Groningen
aanleiding geweest om schriftelijke vragen te stellen aan het college. De
PvdA-fractie vraagt zich af of er binnen het college nog wel sprake is van
eenheid van beleid. De volgende vragen zijn aan het college gesteld.
Aan: het College van Gedeputeerde Staten van Groningen
d.t.v. de voorzitter
Winsum, 2 maart 2004
Geacht College,
Door berichtgeving in het Dagblad van het Noorden d.d. 2 maart 2003 (pag 1
en pag. 19), alsmede een bericht op de website van RTV Noord is de indruk
ontstaan dat de commissaris van de Koningin het standpunt heeft verkondigd
dat onder bepaalde voorwaarden aardgas uit de bodem onder de Waddenzee mag
worden gewonnen.
Dit vormt aanleiding voor het stellen van de volgende vragen.
1. Is het juist dat de commissaris van de Koningin het standpunt heeft
verkondigd, dan wel de indruk heeft gewekt, dat naar zijn, al dan niet
persoonlijke, opvattingen, winning van aardgas uit de bodem onder de
Waddenzee, onder voorwaarden, dient te worden toegestaan?
Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt:
2. Is het College van mening dat dit standpunt, dan wel de gewekte indruk,
in strijd is met het staande beleid, zoals onder meer verwoord op pagina 65
van het Provinciaal Omgevingsplan?
3. Deelt het College van GS de opvatting dat, gelet op het bepaalde in
artikel 53a lid 1 van de Provinciewet, de voorzitter en de leden van het
College terughoudend dienen te zijn in het uiten van, al dan niet
persoonlijke, opvattingen en opinies, indien en voor zover deze strijdig
zijn met vastgesteld beleid?
4. Is het College van GS van mening dat de voorzitter van het College in
deze voldoende terughoudendheid heeft betracht?
Hoogachtend,
W.J. Moorlag