Mosselkwekers in protesttocht naar Amsterdam

Gepubliceerd op 4 juni 2004VisserijAangemaakt door Mosselsector

Yerseke

Vandaag zijn de mosselkwekers na een periode van vijf weken mosselzaadvissen vanuit de Waddenzee in protesttocht teruggekeerd naar Zeeland.

De sector is boos. De mosselvisserij wordt in het rapport van de Commissie Meijer onterecht gekoppeld aan de discussie rond gaswinning en is daarmee wisselgeld in de Haagse politieke discussie. Indien de adviezen van de Commissie Meijer worden opgevolgd, is er geen toekomst meer in Nederland voor deze oer-Hollandse sector. De protesttocht met ruim zestig schepen startte in Enkhuizen en eindigde achter het Centraal Station te Amsterdam. Hier lieten de vissers een luid protestsignaal horen.

De mosselkwekers en mosselhandelaren zijn boos. Ondersteund door spandoeken werd met de protesttocht van vandaag benadrukt dat de belangen van de mosselkwekers los moeten worden gekoppeld van gaswinning. In het rapport van de Commissie Meijer wordt weliswaar ruimte geboden voor duurzame schelpdiervisserij, maar de voorwaarden waaronder dat in de praktijk moet gebeuren, maken dat onmogelijk. Daarmee lijkt de schelpdiersector politiek te worden opgeofferd voor gaswinning in de Waddenzee.

Het rapport van de Commissie Meijer, dat op korte termijn op de agenda staat van de Ministerraad staat, geeft een te eenzijdige kijk op de sector. De commissie bepleit voor een inperking van de mosselzaadvisserij waardoor meer voedsel gereserveerd kan worden voor de vogels. Hiermee wordt echter volledig voorbij gegaan aan de eind 2003 verschenen onderzoeksrapportage EVA II naar de effecten van de schelpdiervisserij op de Waddenzee. In EVA II wordt gesteld dat de mosselkweek positief is voor de vogels en laat zien dat de visserij weliswaar effect op de natuur heeft, maar dat dit niet onomkeerbaar is. Het advies van de Commissie Meijer gaat hier ten onrechte aan voorbij en lijkt aan te sturen op een directe koppeling tussen de gaswinning en de schelpdiervisserij. De mosselkwekers pikken dit niet en willen graag op inhoudelijke en feitelijke merites beoordeeld worden. De sector is geen wisselgeld in een politieke discussie tussen coalitiepartijen.