MINEZ: Vragen van het kamerlid Samson PvdA
De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft mede namens de Minister van VROM en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deze vragen als volgt beantwoord:
1. Klopt het dat er op korte termijn, door het oliebedrijf Total, een booreiland in de Waddenzee geplaatst gaat worden om een nieuwe gasput te boren?
Ja.
2. Klopt het dat er voor het plaatsen van dit platform een vaargeul uitgebaggerd moet worden dwars door de Waddenzee?
Ja, het betreft een te verdiepen toegangsgeul vanaf het bestaande vaarwater Inschot naar het bestaande gasproductieplatform Zuidwal. Van een vaargeul dwars door de Waddenzee is evenwel geen sprake.
3. Welke vergunningen zijn verleend? Is er ook een vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet verleend? Wanneer en op basis van welke overwegingen heeft u deze vergunning verleend?
Er zijn vergunningen verleend op grond van de Natuurbeschermingwet (Nb wet), de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr), de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Tevens is een beschikking afgegeven voor instemming met het winningsplan. De vergunning op grond van de Nb wet is door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verleend op 20 maart 2003 onder de overwegingen dat de beoogde activiteiten passen binnen het vigerende beleid en de verwachte milieueffecten niet zullen leiden tot blijvende aantasting van de natuurlijke waarden in de Waddenzee. De vergunning op grond van de Wbr is door de Minister van Verkeer en Waterstaat verleend op 24 april 2003.
Overweging hierbij was onder meer dat bij beschikking van 10 december 1985 aan Petroland B.V. op basis van het Baggerreglement vergunning is verleend voor het installeren van een aardgaswinningsplatform en het boren van een 20-tal aardgasputten in de Waddenzee op de zogenaamde locatie Zuidwal. Genoemd reglement is per 1 januari 1977 ingetrokken en vervangen door de Wbr onder handhaving van de bestaande en vergunde rechten. In het kader van genoemde vergunning zijn tot dusver negen productieputten geboord.
Het boren van de nu gewenste punt kan dus plaatsvinden binnen het raam van die vergunning. Gelet op de bekende feiten en
omstandigheden in relatie tot het toetsingskader van de Wbr, alsmede de brede belangenafweging zoals die met name in het kader van de toepassing van de Nb-wet heeft plaatsgehad, bestaat geen bezwaar tot het verlenen van de vergunning onder een aantal nadere voorschriften.
De vergunning op grond van de Wvo, ten behoeve van het onderhouden van de toegangsgeul naar het gasproductieplatform Zuidwal, is door de Minister van Verkeer en Waterstaat reeds verleend op 29 februari 1966. De (veranderings)vergunningen op grond van de Wet milieubeheer is op 27 januari 2004 door de Minister van Economische Zaken verleend ter vervanging en actualisering van de op 14 oktober 1985 verleende vergunning voor het oprichten van het Zuidwalplatform. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden zowel gericht op de gaswinning en gasproductie als ook op het incidenteel uitvoeren van een boring met behulp van een hefeiland.
Bij het opstellen is nadrukkelijk rekening gehouden met en aansluiting gezocht bij hetgeen is gesteld in de op grond van de Nb wet verleende vergunning.
4. Hoe strookt het plaatsen van een nieuw platform in de Waddenzee met de passage uit het Regeerakkoord dat boren in de Waddenzee niet is toegestaan?
Het hoofdlijnenakkoord heeft betrekking op nieuwe activiteiten in de Waddenzee. In het geval van Zuidwal is sprake van voortzetting van activiteiten op een bestaande locatie.
5. Kunt u ingaan op de mogelijke ecologische risicos van het boren van een nieuwe put?
De verwachte milieueffecten zullen niet leiden tot blijvende aantasting van de natuurlijke waarden in de Waddenzee. Er zijn bij deze tiende productieboring op deze locatie dan ook geen ecologische risicos te verwachten.
6. Kunt u aangeven wat de maatschappelijke noodzaak is van deze nieuwe put?
De tiende put is nodig met het oog op optimale winning en een planmatig beheer van het gasveld Zuidwal.