Mechanische kokkelvisserij leidt tot afname biodiversiteit Waddenzee

Gepubliceerd op 1 april 2004Onderzoek en MonitoringAangemaakt door NIOZ

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) heeft een onderzoeksrapport gepubliceerd over de effecten van mechanische kokkelvisserij in de westelijke Waddenzee. Het wetenschappelijk onderzoek heeft sinds 1988 plaats gevonden en is gebaseerd op 2700 meetpunten in de westelijke Waddenzee.

Hoofdconclusies uit het NIOZ-rapport:

1- Kokkelschepen hebben met name de wadplaten met de hoogste aantallen en de meeste soorten bodemdieren bevist.

2- Kokkelvisserij leidt op korte termijn niet alleen tot een significante afname van kokkels, maar ook van niet-doelsoorten zoals andere schelpdieren (nonnetje, mossel).

3- Wormachtigen namen juist toe op beviste wadplaten; kokkelvisserij leidt tot ‘verworming’ van de Waddenzee.

Prof. dr. Theunis Piersma: "Ons onderzoek stelt ons niet gerust dat de effecten van bodemberoerende visserij op het ecosysteem van de Waddenzee te marginaliseren zijn, integendeel".

Het Koninklijk NIOZ te Texel voert onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek uit naar de biologische, chemische en fysisch geografische processen in oceanen en zeëen wereldwijd en kan beschouwd worden als het belangrijkste kenniscentrum voor Noord- and Waddenzee. Het is een van de oudste Europese oceanografische instituten.
Financiering van het wetenschappelijk onderzoek gebeurt via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Er zijn zo’n 250 wetenschappers en technici werkzaam bij het Koninklijk NIOZ.