Laatste kans voor kokkelvissers
DEN HAAG
Kokkelvissers krijgen een laatste kans om te bewijzen dat zij op een duurzame manier hun beroep in de Waddenzee kunnen uitoefenen. Een commissie onder leiding van voormalig PvdA-fractievoorzitter W. Meijer adviseert dit aan de regering in een nog vertrouwelijk advies.
De adviesgroep heeft in opdracht van het kabinet alle milieuvraagstukken rond de Waddenzee onderzocht. Het opvallendste onderdeel van haar rapport is dat er in de Waddenzee toch ruimte is voor gaswinning vanaf de wal. Het voorstel van W. van Dieren, lid van de internationale milieugroep Club van Rome, en oud-milieuminister P. van Winsemius (VVD) om een deel van de aardgasbaten te gebruiken voor het uitkopen van de mechanische kokkelvisserij heeft de commissie niet over genomen.
De commissie wil de kokkelvissers respijt geven om aan te tonen dat de visserij op kokkels met schepen in te passen is in het Waddenmilieu. Lukt dit niet dan moeten zij alsnog van het Wad af. Op een saneringsregeling hoeven ze dan niet te rekenen omdat er de afgelopen jaren genoeg aan de kokkels is verdiend.
Secretaris J. Holstein van de kokkelsector laat in een reactie weten: "Wij gaan aantonen dat kokkelvisserij duurzaam kan." Hij verwijst naar voorstellen die de stichting Odus (Ontwikkeling Duurzame Schelpdiervisserij) onlangs heeft gedaan in de nota 'Het roer moet om'. Tot nu toe worden kokkels alleen geoogst, niet gekweekt. De kokkelvissers willen nu de kokkels opvissen, vervolgens verzaaien en na een groeiperiode van één é twee jaar op de markt brengen, zodat ook vogels hebben er nog iets aan hebben.
Behalve voor winning van gas uit de Waddenzee pleit de commissie voor aankoop van schorren en andere gronden om het Waddengebied veilig te stellen.
Het advies van de groep-Meijer is een van de bouwstenen voor het toekomstige schelpdiervisserijbeleid waarmee minister Veerman van Landbouw in juni komt.