Kokkelvissers boos over advies Meijer
YERSEKE
De kokkel- en mosselvissers reageren boos op het rapport-Meijer over de Waddenzee. Meijer biedt ruimte voor duurzame schelpdiervisserij, maar de voorwaarden waaronder dat in de praktijk moet gebeuren, "maakt dat onmogelijk". "Daarmee wordt in feite de sector de nek omgedraaid", stelde donderdag de Stichting ODUS.
Odus staat voor Ontwikkeling Duurzame Schelpdiervisserij.
Volgens de adviesgroep-Meijer is vooral voor de kokkelvissers alleen door innovatie nog een toekomst op de wadden weggelegd. Ze krijgen zeven jaar om zich om te schakelen. Meijer is niet zo somber over de mosselvissers, mits ze zich aan grenswaarden (de beviste oppervlakte, bodemberoering en aantallen vogels) houden. Bij overschrijding moet de visserij worden bijgestuurd.
Volgens ODUS-voorzitter Verbree wordt het onmogelijke gevraagd van de kokkelvissers. Hij spreekt van knellende voorwaarden, die vreemd genoeg niet aan de gaswinning wordt gesteld. "Als het opofferen van de schelpdiersector een doekje voor het bloeden is vanwege de opening die wordt geboden voor het boren in de Waddenzee, dan is het een ongehoorde zaak."
De overgangsperiode van zeven jaar voor innovatie is volgens ODUS onhaalbaar. De techniek voor kunstmatige mosselzaadwinning als alternatief voor de volledige mosselzaadbehoefte (65 miljoen kilo) "staat nog in de kinderschoenen". Bovendien is de sector daarvoor ook afhankelijk van instellingen en bedrijven buiten de sector, aldus ODUS.