Kabinet trekt € 500 mln. uit voor aanvullende investeringen in de Waddenzee en het Waddengebied.

Gepubliceerd op 21 september 2004OverheidAangemaakt door Ministerie van LNV

Begroting (deels) 2005 Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Wadden

Het kabinet trekt € 500 mln. uit voor aanvullende investeringen in de Waddenzee en het Waddengebied. Dit geld wordt verdeeld over de onderwerpen natuurherstel en -ontwikkeling, vermindering van bedreigingen, duurzame economische ontwikkeling en kennisinfrastructuur. Het kabinet stelt het investeringsplan voor het zomerreces van 2005 vast.

De mechanische kokkelvisserij wordt per 1 januari 2005 niet langer toegestaan in de Waddenzee. Op korte termijn wordt een plan opgesteld voor beëindiging ervan. Een commissie zal advies uitbrengen over de hoogte van de schadevergoeding. Het kabinet wil afspraken maken met de mosselsector over de ontwikkeling van alternatieve bronnen van mosselzaad. Daarmee kan de sector zich minder afhankelijk maken van de natuurlijke dynamiek en kunnen op een termijn van 10 tot 15 jaar delen van het ecosysteem in de Waddenzee extra worden ontzien.

Visserij

De visserij is in sociaal-economisch en cultureel opzicht waardevol voor Nederland. Het is dan ook belangrijk dat de visserijketen economisch rendabel blijft. Tegelijkertijd streeft LNV naar een visserij die de gevolgen voor het ecosysteem beperkt en daar zelf verantwoordelijkheid voor neemt.

In een aantal situaties is vermindering van de vangstcapaciteit noodzakelijk. Dat kan als een aantal vissers vrijwillig stopt. LNV steunt dat proces: in 2005 is € 5 mln. beschikbaar voor vrijwillige sanering van de zeevisserij (vermindering met 2400 Bruto Ton) en € 1,9 mln voor vrijwillige sanering van de IJsselmeervisserij (vermindering van de capaciteit met minstens 35%).

Zee- en kustvisserij

De EU streeft enerzijds naar een biologisch verantwoord niveau voor de visbestanden, anderzijds naar een blijvend sociaal-economisch perspectief voor de visserijsector. Rigoureuze schommelingen in de toegestane vangsthoeveelheden zijn daarbij ongewenst. Daarom wordt in EU-verband gewerkt aan meerjarige herstelplannen voor visbestanden die onder druk staan (o.a. voor de Noordzeeschol).

Het nieuwe EU-visserijbeleid stelt vermindering van de vlootcapaciteit niet verplicht. De verwachting is echter dat in de rondvis-, platvis- en garnalensegmenten van de vloot een aanhoudende behoefte aan capaciteitsvermindering blijft bestaan. Daarom wordt de mogelijkheid onderzocht om verplaatsing van vlootcapaciteit van het ene naar het andere segment toe te staan.

Om het zeemilieu te ontlasten, stimuleert LNV de ontwikkeling van milieuvriendelijker visserijtechnieken. Het gaat daarbij met name om het doorontwikkelen van de zogenaamde elektropulskor, die in 2005 in de praktijk zal worden getest. De komende jaren wordt fraude met motorvermogens van vissersschepen aangepakt door de introductie van niet-fraudegevoelige meetapparatuur.

Viskweek

LNV stimuleert de ontwikkeling van de Nederlandse viskweeksector, maar stelt daarbij wel randvoorwaarden. Het accent ligt onder andere op welzijnsvriendelijke productie- en dodingsmethoden. De lijst van diersoorten die voor productie mogen worden gehouden, wordt uitgebreid met een aantal kansrijke vissoorten. Ook wordt een aantal noodzakelijke diergeneesmiddelen toegelaten.

In 2005 is voor visserijbeleid op de LNV-begroting een budget beschikbaar van € 15,7 mln.

Aanwijzing gebieden VHR

De komende jaren (2005-2008) wordt de Vogel- en Habitatrichtlijn verder uitgevoerd. De aanwijzingsbesluiten voor de Habitatrichtlijngebieden worden opgesteld, de instandhoudingsdoelstellingen voor de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden concreet gemaakt en er worden beheerplannen opgesteld. Het Kabinet zal de voor nationale afwegingen beschikbare beleidsruimte benutten. Er wordt de komende periode extra geïnvesteerd in communicatie over de implementatie van de richtlijnen met betrokken partijen.