Kabinet investeert 500 miljoen euro in Wadden
De ministerraad heeft ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de kabinetsreactie op het advies van de Adviesgroep Waddenzeebeleid. Het betreft een integraal pakket met voorstellen. Zo komt er een fonds van 500 miljoen euro voor de verbetering van de natuur en duurzame economische ontwikkeling in het Waddengebied. Verder doet het kabinet onder meer uitspraken over gaswinning, schelpdiervisserij en de bestuurlijke organisatie van het Waddengebied.
De Adviesgroep Waddenzeebeleid bracht 1 april 2004 advies uit over gaswinning en schelpdiervisserij in relatie tot de natuur. Het kabinet is het eens met de conclusie van de adviesgroep dat een offensieve strategie geboden is om de hoofddoelstelling (’de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap’) te kunnen waarmaken.
Het advies van de Adviesgroep over nieuwe gaswinning in het Waddengebied onder strikte voorwaarden wordt overgenomen. Het kabinet is van oordeel dat op basis van alle huidige beschikbare informatie de in 1999 nog bestaande onzekerheden en twijfel over de gevolgen van gaswinning thans in voldoende mate zijn weggenomen. De gegevens wijzen alle in dezelfde richting, namelijk dat gaswinning binnen strikte randvoorwaarden mogelijk is zonder significante gevolgen voor de natuur.
In het Hoofdlijnenakkoord is aangegeven dat wordt gestreefd naar een moratorium van tien jaar voor gaswinning onder de Waddenzee. Een moratorium blijkt echter niet haalbaar. Het kabinet onderschrijft de bevindingen van de Adviesgroep, dat de instelling van zo’n moratorium ecologisch niet noodzakelijk en economisch ook niet wenselijk is. Daarmee wordt het genoemde streven naar een moratorium verlaten.
Het kabinet is het niet eens met de Adviesgroep over de beoordeling van de mosselvisserij. De geadviseerde periode van 7 jaar is te kort om een voldoende betekenisvolle innovatieve ontwikkeling door te maken. Uit de evaluatie van het schelpdiervisserijbeleid (EVA II) blijkt dat de maatregelen - die sinds 1993 zijn opgelegd aan de mosselvisserij - hebben bijgedragen aan het herstel van de mosselbanken en andere natuurwaarden in de Waddenzee. Met de sector wil het kabinet wel afspraken maken over de ontwikkeling van alternatieve bronnen van mosselzaad om zich zo minder afhankelijk te maken van de natuurlijke dynamiek. Daarmee kunnen op een termijn van tien tot vijftien jaar delen van het Waddensysteem extra worden ontzien en de mosselvisserij kan hier voor een langere periode mee vooruit.
Met betrekking tot de mechanische kokkelvisserij is het kabinet op grond van de uitkomst van EVA II van oordeel dat zonder extra maatregelen de tot nu toe uitgevoerde wijze van vissen onvoldoende duurzaam is en niet past binnen het uitgangspunt van ecologisch duurzame economische ontwikkeling. De schelpdiersector heeft aangegeven dat bij sterke verhoging van de voedselreservering of handhaving dan wel uitbreiding van de gesloten gebieden er geen ruimte meer is voor de kokkelvisserij. Aangezien dergelijke maatregelen worden voorzien, is het kabinet van oordeel dat de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee onvoldoende mogelijkheden heeft om zich duurzaam te ontwikkelen. Besloten is deze activiteit per 1 januari 2005 niet langer toe te staan in de Waddenzee. Op korte termijn wordt een plan opgesteld voor beëindiging van de mechanische kokkelvisserij. Een in te stellen commissie krijgt de opdracht advies uit te brengen over de hoogte van de schadevergoeding.
Het kabinet deelt de mening van de Adviesgroep dat de bestuurlijke organisatie van het Waddenzeebeleid verbetering vereist. Voor de uitwerking daarvan is meer tijd nodig. Zo moet bijvoorbeeld worden bepaald welke taken en bevoegdheden op nationaal niveau en welke op regionaal niveau uitgeoefend kunnen en moeten worden. De komende maanden wordt de uitwerking daarvan in overleg met alle betrokken partijen uitgevoerd. Het resultaat wordt opgenomen in de PKB Derde Nota Waddenzee.
Ter voorbereiding van de kabinetsreactie is overleg gevoerd met de bestuurders van het Waddengebied, de natuur- en milieuorganisaties, de visserijsector en de mijnbouwmaatschappijen. De resultaten van de bestuurlijke overleggen en de adviezen van de Beleidsadviesgroep EVA II en de Raad voor de Wadden zijn betrokken bij de kabinetsreactie.
Uitwerking van de kabinetsreactie zal plaatsvinden in een aangepast deel III van de PKB Derde Nota Waddenzee, dat in het najaar van 2004 zal verschijnen. Daarnaast zal het Waddengasbeleid nadere uitwerking krijgen in de Gasbrief van het ministerie van Economische Zaken en het schelpdiervisserijbeleid in de Waddenzee in een nieuw Beleidsbesluit Schelpdiervisserij van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
RVD, 25.06.2004