Een goed bijenwolven jaar op Texel
In het Nationaal Park Duinen van Texel heeft boswachter Erik van der Spek van Staatsbosbeheer dit jaar op verschillende plaatsen bijenwolven gezien. Niet eerder is deze graafwesp zo verspreid over Texel waargenomen. Ze zijn tot nu toe gezien in De Geul, Bollekamer, Korverskooi en Eierlandse Duinen. Bijenwolven vangen honingbijen als voedsel voor hun jongen. De bijenwolf wordt de laatste jaren steeds meer gezien in Nederland en is vermoedelijk één van de insecten die van de warmere zomers profiteren. Ze zijn op het heetst van de dag actief.
De bijenwolf vangt honingbijen die op bloemen nectar en stuifmeel zoeken. Ze kan als een helikopter in de lucht blijven hangen op zoek naar prooi. Wanneer een honingbij is gevonden laat ze zich er opvallen. Terwijl ze naar de grondvallen steekt de bijenwolf de honingbij die ze in haar poten heeft. Het gif verlamt de spieren van de honingbij, die zich daarna niet meer kan bewegen.
De bijenwolf vliegt met de gevangen honingbij naar haar nestgang, vaak een zandige helling op het zuiden. In de tot 80 cm diepe gang bevinden zich zijgangen waarin de verdoofde honingbijen worden neergelegd. Daarna wordt er een eitje bijgelegd, de larve die hier uitkomt eet de honingbijen op. Zijn dat er een of twee dan wordt het een mannetje, drie tot vijf levert een vrouwtje op. Binnen een paar weken kunnen meer dan honderd honingbijen worden gevangen.
De bijenwolf is een redelijk grote graafwesp met een helder geelzwart achterlijf, ze zijn iets langer dan een limonade wesp. Het vrouwtje heeft aan de voorpoten een serie platte stekels, waarmee ze goed zand kan weg harken. Er is nog een graafwesp met zo’n harkje, de harkwesp. De harkwesp heeft lange haren en een lange gele bovenlip. Hopelijk wordt ook deze soort weer eens op Texel gevonden.